Skip links en inhoudsopgave

Uitleg menu met knoppen. Aanraking/klik volgt gelijk link; hoveren/focus verschuift eerst afbeelding

Laatst aangepast: .

Afbeelding 1: links de originele link, rechts de veranderde link bij focus en hoveren

Korte omschrijving

Onder de afbeeldingen zit een link. Bij een aanraking of klik wordt de link direct gevolgd. Bij hoveren over of focus van de link verschuift eerst het plaatje en wordt tekst zichtbaar.

BELANGRIJK

Deze uitleg hoort bij het voorbeeld dat in de download zit. Het voorbeeld uit de download verschilt iets van het voorbeeld hier op de site. In de download ontbreekt bijvoorbeeld de navigatie voor de site. Ook in de kopregels zit vaak wat verschil. Daarnaast kunnen er nog andere (meestal kleine) verschillen zijn.

Als je deze uitleg leest naast de broncode van het voorbeeld op de site, kan het dus bijvoorbeeld zijn dat 'n <h1> uit de css bij 'n <h2> uit de html hoort. Maar het gaat niet om hele grote, fundamentele afwijkingen.

Als je dit lastig vindt, kun je bovenaan de pagina de hele handel downloaden. In de download zit 'n voorbeeld dat wel naadloos aansluit op de uitleg in de download.

Alles op deze site kan vrij worden gebruikt, met drie beperkingen:

* Je gebruikt het materiaal op deze site volledig op eigen risico. Het kan prima zijn dat er fouten in de hier verstrekte info zitten. Voor eventuele schade die door gebruik van materiaal van deze site ontstaat, in welke vorm dan ook, zijn www.css-voorbeelden.nl en medewerkers daarvan op geen enkele manier verantwoordelijk.

* Deze uitleg wordt regelmatig bijgewerkt. Het is daarom niet toegestaan deze uitleg op welke manier dan ook te verspreiden, zonder daarbij duidelijk te vermelden dat de uitleg afkomstig is van www.css-voorbeelden.nl en dat daar altijd de nieuwste versie is te vinden. Dit is om te voorkomen dat er verouderde versies worden verspreid.

* Het kan zijn dat materiaal is gebruikt dat van anderen afkomstig is. Dat materiaal kan onder een bepaalde licentie vallen, waardoor het mogelijk niet onbeperkt gebruikt mag worden. Als dat zo is, wordt dat vermeld onder Inhoud van de download en licenties.

Een link naar www.css-voorbeelden.nl wordt trouwens altijd op prijs gesteld.

Alle code is geschreven in een afwijkende lettersoort en -kleur. De code die te maken heeft met de basis van dit voorbeeld (essentiële code), is in de hele uitleg onderstippeld blauw. Alle niet-essentiële code is bruin. (In de inhoudsopgave staat alles vanwege de leesbaarheid in een gewone letter.)

Opmerkingen

Links in deze uitleg, vooral links naar andere sites, kunnen verouderd zijn. Op de pagina met links vind je steeds de meest recente links.

Dit voorbeeld is gemaakt op een systeem met Linux (Kubuntu). Daarbij is vooral gebruik gemaakt van Visual Studio Code, GIMP en Firefox met extensies. De pdf-bestanden zijn gemaakt met LibreOffice.

Vragen of opmerkingen? Fout gevonden? Ga naar het forum.

Achterliggend idee

Een gewone link is op een touchscreen geen enkel probleem. Dat geldt ook voor de links met afbeeldingen uit het voorbeeld. Als je 'n afbeelding aanraakt, wordt de link gevolgd. Net zoals dat bij een klik met de muis gebeurt of, als de link focus heeft, door het indrukken van Enter.

Zodra je echter, zoals in dit voorbeeld, :hover en/of :focus gaat gebruiken voor bepaalde effecten, raak je op touchscreens in (grote) problemen. Toen dit voorbeeld in 2010 op de site verscheen, had je nog nauwelijks touchscreens. Op 'n enkele uitzondering na werkte iedereen nog gewoon met muis en toetsenbord, dus dit voorbeeld werkte gewoon probleemloos.

Toen touchscreens voor het eerst voor gebruik op grote schaal beschikbaar kwamen, werkten veel websites niet zonder hoveren. Op veel sites bijvoorbeeld opende een menu alleen, als je er met de muis over hoverde. Daarom hebben fabrikanten van touchscreens en de bijbehorende besturingssystemen en browsers geprobeerd op touchscreens hoveren min of meer te imiteren. Waarbij ze dit – uiteraard – op verschillende manieren hebben geprobeerd.

Hetzelfde geldt voor focus, dat ook op verschillende manieren is geïmiteerd en op touchscreens ook problemen kan opleveren.

In vorige versies van dit voorbeeld verschoof de afbeelding, als je er met de muis over hoverde, of als de link focus had. Pas bij klikken werd de link gevolgd. Dat verschuiven van die afbeelding is absoluut niet onmisbaar: zonder die verschuiving heb je nog steeds 'n prima werkende link. Die verschuiving is alleen 'n extraatje. Maar touchscreens weten niet dat hoveren hier niet echt nodig is. Dus die proberen ook hier hoveren te imiteren.

Dit heeft tot gevolg dat in vorige versies van dit voorbeeld op touchscreens soms de afbeelding helemaal niet verschoof, soms tijdelijk en soms blijvend. En soms werkte de link gewoon helemaal niet. Dat is allemaal wel enigszins te omzeilen met (veel) extra css en JavaScript, maar daardoor zou het enorm ingewikkeld worden. Bovendien roept zo'n – niet onmisbare – verschuiving van de afbeelding alleen maar ergernis op, als je steeds twee keer moet aanraken om de link te volgen, en dan nog 'ns om de verschuiving weer ongedaan te maken. Zoals op het geweldige iOS nodig is. (Tja, je betaalt wat meer voor iOS, maar dan krijg je ook tal van extra's, zullen we maar zeggen).

Ook dit is weer op te lossen met extra code, maar de hele constructie was bedoeld als extra aanvulling, niet om fabrikanten van kalmerende middelen nog extremere winsten te laten maken.

Op internet zijn tientallen, misschien wel honderden manieren te vinden, waarmee je 'n touchscreen van een 'gewoon' scherm kunt onderscheiden. Als er zoveel oplossingen zijn, dan betekent dat meestal dat geen enkele altijd overal goed werkt. Dat is ook hier het geval.

Het is niet zo dat mensen massaal oplossingen verzinnen of lopen te liegen. Maar iemand probeert iets uit in een combinatie van 'n bepaald touchscreen met 'n bepaalde browser, en dat blijkt te werken. Heel af en toe probeert iemand zelfs meerdere combinaties uit. Iemand anders probeert de oplossing dan in een andere combinatie, en dan blijkt het daarin niet te werken. Omdat dat systeem of die browser het net weer iets anders doet.

Bovendien is het eigenlijk helemaal niet interessant, of een scherm geschikt is voor aanraken of niet. Steeds meer computers hebben een touchscreen én een muis. Dan kun je wel testen of het scherm op een aanraking kan reageren, maar als de gebruiker een muis gebruikt, heb je daar weinig aan.

En eigenlijk kun je helemaal niet simpel testen, of een scherm op aanraking reageert. Je kunt alleen testen, of in een bepaalde browser mogelijkheden voor het ondersteunen van aanraking zijn geïmplementeerd. Maar daarmee is nog niet gezegd dat die browser inderdaad op een touchscreen draait. Alleen dat de browser op een aanraking kán reageren.

Om het nog maar niet te hebben over dingen als computers met meerdere schermen, die niet allemaal touchscreens zijn.

En nogmaals: áls je dan al zou weten dat het scherm op aanraking kan reageren, kun je bezwaarlijk de muis in brand laten vliegen of onder stroom zetten of zo. Dus de bezoeker kan gewoon alle moeite om een aanraakscherm te detecteren nutteloos maken door simpelweg een muis te gebruiken. Als je 'n site maakt, moet je nooit vergeten dat bezoekers eigenlijk 'n bijzonder kwaadaardige mensensoort zijn. Ze zullen altijd iets gruwelijks doen, wat jij zelf in je ergste nachtmerries nog niet had kunnen bedenken. (Hmmm, ik ben zelf ook vaak 'n bezoeker. Oeps. Identiteitscrisis.)

Wat je wilt weten is niet, of het scherm een touchscreen is. Je wilt weten, of de bezoeker op een bepaald moment een touchscreen aanraakt, of dat de bezoeker een muis (of touchpad) gebruikt en hovert. Of dat de link door gebruik van de Tab-toets focus heeft gekregen. Of dat op een touchscreen gebeurt of niet, is feitelijk helemaal niet interessant.

Dat kan niet met alleen html en css, daar is wat JavaScript voor nodig. En omdat hoveren en focus op touchscreens problemen kunnen opleveren, is het uitgangspunt dat zonder JavaScript de afbeeldingen bij hoveren over en focus van de links met de afbeeldingen niet verschuiven. Zonder JavaScript werken hoveren en focus niet.

Als JavaScript aanstaat, voegt het script aan het <html>-element een class 'met-script' toe. Als die class niet aanwezig is, hebben hoveren over of focus van de links met de afbeeldingen geen effect. Waardoor er op touchscreens dus ook geen problemen kunnen ontstaan.

Omdat je nog steeds gewone, werkende links hebt, levert dit geen problemen op. Het verschuiven van de afbeelding is alleen maar 'n soort extraatje. Je moet nooit belangrijke informatie afhankelijk maken van css (en al helemaal niet van JavaScript), want css en/of JavaScript kan zijn uitgeschakeld, of onvolledig of onjuist geïmplementeerd. Dat was trouwens in de vorige versie van dit voorbeeld, voordat touchscreens verschenen, ook al zo. In die zin verandert er eigenlijk niets: de link moet zonder :hover en :focus normaal werken, en er mag geen belangrijke informatie ontbreken.

Als JavaScript aanstaat, wordt gereageerd op een aanraking van het scherm. (Afhankelijk van de browser kan ook worden gereageerd op een klik op het scherm, waarover later meer.) Als het scherm is aangeraakt, wordt een class 'aanraking' toegevoegd aan het <html>-element. Bovendien wordt gedurende één seconde onthouden dat het scherm is aangeraakt. Gedurende die seconde blijft de class 'aanraking' hoe dan ook aanwezig. Dat geeft de mogelijk om hoveren en focus alleen plaats te laten vinden, als de class 'aanraking' niet aanwezig is. Met behulp van :not() in de selector kan hierop worden gereageerd.

Als na die ene seconde wordt gehoverd, of als een toets wordt ingedrukt, wordt de class 'aanraking' bij <html> weer verwijderd.

Als het scherm niet wordt aangeraakt, kun je gewoon normaal hoveren en het toetsenbord gebruiken. En uiteraard heeft het scherm aanraken alleen enig effect op een touchscreen...

In de bij :hover en :focus gebruikte selector wordt gecontroleerd, of bij <html> de class 'met-script' wel, en de class 'aanraking' niet aanwezig is. Alleen dan werkt de css bij de selector. Hoe deze selector precies werkt, is te vinden bij html.met-script:not([class ~= "aanraking"]) nav a:hover img...

De pagina wordt op de normale manier gemaakt. Bij <html> worden geen extra classes of zo gebruikt (althans: geen classes die voor dit voorbeeld nodig zijn). Het plaatsen en verwijderen van de classes 'met-script' en 'aanraking' wordt volledig door JavaScript geregeld.

Met behulp van JavaScript kun je onder andere vaststellen, of een gebruiker een bepaalde handeling uitvoert, bijvoorbeeld het indrukken van een toets. Maar wat voor de gebruiker één handeling is, is voor JavaScript vaak een hele serie verschillende handelingen. Bij het indrukken van een toets bijvoorbeeld wordt onderscheid gemaakt tussen het indrukken van de toets, het ingedrukt blijven van de toets, en het weer loslaten van de toets. Wat voor de gebruiker één handeling is, zijn voor JavaScript drie verschillende handelingen. (Waarbij trouwens desgewenst ook nog kan worden gekeken, of bijvoorbeeld gelijktijdig de Alt-toets is ingedrukt, en nog veel meer.)

Zo'n handeling heet in JavaScript een 'event', een 'gebeurtenis'. Het script luistert met behulp van 'eventlisteners' ('luisteraars naar een gebeurtenis') naar vier events: 'touchstart', 'pointerdown', 'mouseover' en 'keydown'. Touchstart en pointerdown reageren op een aanraking (en in sommige browsers ook op een klik, waarover later meer), mouseover reageert als de muis ergens over hovert, en keydown reageert op het indrukken van een toets.

Touchstart

De event touchstart is onderdeel van de groep Touch events, een groep events die is bedoeld voor touchscreens.

De event touchstart wordt gegenereerd, als de gebruiker een touchscreen aanraakt (of erop klikt). Maar wat JavaScript betreft, is dat niet één handeling, maar een hele serie handelingen, een hele serie events. In bijvoorbeeld de browser Samsung Internet op Android 6 zijn die events bij een simpele aanraking achtereenvolgens touchstart, touchend, mouseover, mouseenter, mousemove, mousedown, focus en mouseup (overgenomen van patrickhlauke.github.io). De aanraking wordt onderverdeeld in acht events, die desgewenst elk apart kunnen worden afgehandeld door JavaScript.

Voor een touchscreen zijn uit het rijtje hierboven eigenlijk alleen de events touchstart en touchend van belang. De andere events zijn er alleen, omdat mensen een muis of een toetsenbord kunnen gebruiken. En omdat sites vaak van dingen als hoveren of focus afhankelijk zijn, worden deze events als het ware toegevoegd, als het scherm wordt aangeraakt. Een menu dat bijvoorbeeld opent, als erover wordt gehoverd, zou anders niet openen bij een aanraking. Maar dit toevoegen van extra events – en dan ook nog op verschillende manieren – levert (grote) problemen op voor touchscreens.

Het idee achter het script op www.javascriptkit.com maakt gebruik van de volgorde, waarin events plaatsvinden. Elke browser en systeem voegt z'n eigen events toe, als een touchscreen wordt aangeraakt. En ook de volgorde van die events verschilt. En kan ook nog 'ns verschillen in verschillende versies van dezelfde browser.

Maar elke browser en elk systeem blijkt één ding gemeenschappelijk te hebben: bij elke aanraking wordt altijd in ieder geval een event touchstart en een event mouseover gegenereerd, en ook altijd in die volgorde: eerst de touchstart, dan de mouseover. Dat er eventueel andere events tussen die twee zitten, maakt voor de werking van dit script verder niets uit, die worden gewoon genegeerd. Voor dit voorbeeld zijn alleen de events touchstart en mouseover van belang.

(Élke browser? Ha, nee, we zijn niet in het paradijs. Een aantal browsers maakt gebruik van een nieuw systeem, Pointer events. De verschillen met wat hier wordt beschreven, zijn gelijk hieronder bij Pointerdown te vinden.)

Als de gebruiker het scherm aanraakt, wordt de event touchstart gegenereerd. Het script plaatst dan de class 'aanraking' bij <html>. En een selector als html.met-script:not([class ~= "aanraking"]) nav a:hover in de css zorgt ervoor, dat hoveren niet werkt als de class 'aanraking' in <html> aanwezig is. (Hoe deze selector precies werkt, is te vinden bij html.met-script:not([class ~= "aanraking"]) nav a:hover img...

Daarnaast wordt gedurende één seconde opgeslagen dat het scherm is aangeraakt. Gedurende die seconde kan de class 'aanraking' niet worden verwijderd en kan deze dus in een selector worden gebruikt. Na die seconde wordt de class 'aanraking' bij hoveren of het indrukken van een toets weer verwijderd.

Dit is van belang, omdat na de event touchstart ook nog een event mouseover wordt gegenereerd, of je nou met de muis bezig bent of niet. De selector met :hover reageert hierop en laat de afbeelding in de link verschuiven. Ook als je helemaal niet met de muis over de afbeelding hovert, maar deze alleen hebt aangeraakt.

Omdat echter de class 'aanraking' één seconde aanwezig blijft in het <html>-element, werkt de selector met :hover niet gedurende die seconde. Hetzelfde geldt voor het toetsenbord: gedurende die seconde kan de link geen focus krijgen, en werkt de selector met :focus niet.

De html blijft gewoon werken, dus de link wordt gewoon gevolgd gedurende die seconde dat hoveren en focus niet werken. Precies de bedoeling: na de aanraking is de pagina al verlaten, voordat hoveren en focus weer werken.

(De code van dit voorbeeld is in een vrij groot aantal browsers en systemen getest. Maar ook in andere systemen blijkt de volgorde van touchstart en mouseover hetzelfde te zijn. Op bijvoorbeeld patrickhlauke.github.io is in een groot aantal browsers en systemen de volgorde van events getest, en ook in die systemen klopt de volgorde. Ook in bijvoorbeeld een Blackberry, een computer waarop hier niet wordt getest.)

Als je het plaatsen en verwijderen van de classes in de code wilt zien, moet je niet de gewone code, maar de Gegenereerde code bekijken.

Pointerdown

De event pointerdown werkt precies hetzelfde als de event Touchstart hierboven. Pointerdown hoort bij een relatief nieuwe groep events: 'Pointer events'. Niet alle browsers ondersteunen dit al. In het script wordt gekeken, of een browser Pointer events ondersteunt. Als dat het geval is, wordt gebruik gemaakt van pointerdown. Als dat niet zo is, wordt gebruikt gemaakt van touchstart.

Waarom twee events voor dezelfde gebeurtenis?

Omdat touchscreens voor zoveel problemen zorgen bij hoveren en dergelijke, en omdat er steeds meer manieren van interactie met een computer ontstaan (muis, toetsenbord, stylus, aanraken, hoveren, ...), is Microsoft met een heel nieuwe groep events gekomen: Pointer events. De event pointerdown hoort bij die nieuwe groep events.

(Pointer events moeten niet worden verward met de css-eigenschap pointer-events, die heeft hier helemaal niets mee te maken. Over briljant onhandige namen gesproken...)

Pointer events zijn bruikbaar voor alle verschillende manieren van invoeren. Een pointerdown wordt gegenereerd bij een aanraking, een klik, indrukken van de Touchpad, stylus, enzovoort. Pointer events werken op álle schermen, niet alleen op touchscreens. (Uiteraard heeft een aanraking alleen effect op een touchscreen.)

Omdat Pointer events allerlei informatie doorgeven, zoals bijvoorbeeld over de grootte van het aanraakvlak met het scherm, kan de browser zelf detecteren, of bijvoorbeeld een onhandige, dikke vinger is gebruikt of een superprecieze muis. Als dat nodig is, kun je dan eventueel de css en dergelijke aanpassen. Hier komt ook de naam vandaan: een 'pointer' is alles, waarmee je iets op het scherm kunt doen: vinger, muis, stylus, alles.

Inmiddels is Pointer events een ontwerp-specificatie bij w3c. Internet Explorer en Edge ondersteunen het. Google Chrome ondersteunt het, na aanvankelijke weigering en een daarop volgende opstand van sitemakers, inmiddels ook. Firefox op Windows 10 heeft het ondersteund, weer uitgeschakeld vanwege technische problemen, en inmiddels lijkt het weer te worden ondersteund. Kortom: op Safari na ondersteunen alle grote browsers dit inmiddels, of zal dat binnen niet al te lange tijd gebeuren. Maar gezien het enthousiasme bij ontwikkelaars van websites zal ook Apple dit vroeger of later wel gaan implementeren. Het werkt gewoon stukken simpeler dan het gedoe met Touch events.

(Alle andere enigszins bekende browsers maken gebruik van de weergave-machine van één van de genoemde browsers, dus ook die zullen vaak al Pointer events ondersteunen.)

In browsers die Pointer events ondersteunen, is het hele JavaScript mogelijk niet nodig, omdat hoveren en focus geen problemen opleveren. Daarmee zouden ook de ingewikkelde selectors niet nodig zijn.

Er is slechts één probleem: als je 'n afbeelding aanraakt, wordt de link vrij snel gevolgd. Maar gedurende 'n kort ogenblik is de verandering van de link te zien, omdat de link heel even focus heeft en/of hoveren heel even werkt. Dat is nogal verwarrend, want je ziet wel iets, maar te kort om te kunnen zien, wat het is.

Je zou bij :hover en :focus een heel kleine, nauwelijks merkbare vertraging in kunnen bouwen, voordat de verandering is te zien. Dan wordt de link gevolgd, voordat je iets ziet veranderen. Zo'n vertraging kan worden aangebracht met css, dus dan zou je helemaal geen JavaScript nodig hebben.

Over niet al te lange tijd kun je dit soort constructies dus mogelijk weer bijna even simpel uitvoeren als in de tijd, voordat touchscreens bestonden: zonder JavaScript en met alleen css. Maar zeker is dit niet, want bijvoorbeeld Safari zou het toch net op een iets andere manier kunnen implementeren, waardoor je toch JavaScript nodig blijft hebben.

In dit voorbeeld is dat verder niet uitgeprobeerd, omdat nog niet alle browsers Pointer events ondersteunen. Omdat op dit moment de event touchstart toch nog moet worden gebruikt, wordt de code daarvan ook voor de event pointerdown gebruikt. De link wordt gelijk gevolgd, en hoveren over en focus van de links met de afbeeldingen hebben gedurende één seconde geen effect, waardoor de afbeelding niet verschuift.

Als je het plaatsen en verwijderen van de classes in de code wilt zien, moet je niet de gewone code, maar de Gegenereerde code bekijken.

Mouseover

Als de muis wordt gebruikt, gebeurt er iets anders dan bij aanraking van het scherm, ook op een touchscreen.

Als je met de muis een element op de pagina binnengaat, wordt een event mouseover gegenereerd. Deze event doet maar één ding in dit script: de class 'aanraking' bij <html> wordt verwijderd. Deze class is bij <html> aangebracht door de events Touchstart of Pointerdown, afhankelijk van wat de browser ondersteunt. Nu kunnen de afbeeldingen in de links verschuiven, als erover wordt gehoverd (of als de links focus krijgen), want class 'aanraking' bij <html> blokkeert de selector html.met-script:not([class ~= "aanraking"]) a:hover niet langer. (Hoe deze selector precies werkt, is te vinden bij html.met-script:not([class ~= "aanraking"]) nav a:hover img...)

Als event mouseover wordt gegenereerd, zonder dat het scherm eerst is aangeraakt, is de class 'aanraking' niet aanwezig in het <html>-element. In dat geval werkt de css achter de hierboven genoemde selector gewoon.

Als event touchstart of pointerdown class 'aanraking' net hebben geplaatst bij <html>, wordt de code bij event mouseover gedurende één seconde niet uitgevoerd. Gedurende één seconde wordt class 'aanraking' niet verwijderd. Dat is belangrijk, want event touchstart genereert ook een event mouseover, als onderdeel van het imiteren van hoveren op een touchscreen.

Als deze blokkade van één seconde er niet zou zijn, dan zou bij aanraken van een touchscreen de afbeelding toch verschuiven, wat op touchscreens allerlei problemen met zich mee brengt. Nu wordt, gedurende de seconde dat event mouseover geen effect heeft, gewoon de link gevolgd. ('n Seconde is voor 'n computer 'n eeuwigheid. Event mouseover wordt vrijwel gelijk na event touchstart uitgevoerd, ruim binnen die seconde.)

Dit event wordt alleen gegenereerd, als een element op de pagina wordt binnengegaan. Bijvoorbeeld als je van de ene <p> naar de andere <p> gaat. Dat is ruim voldoende in dit geval, want je zult hoe dan ook de link met de afbeelding binnen moeten gaan met de muis, om hoveren te laten werken. En daarbij ga je dus een element binnen: de <li> met de daarin zittende <a> en wat verder weer in die <a> zit.

Je zou mogelijk op het idee kunnen komen de event mousemove te gebruiken, maar dat is hier geen goed idee. Elke keer als de muis dan ook maar één pixel wordt verplaatst, wordt een event gegenereerd. Dit levert een bombardement aan events op, wat hier geen enkel nut heeft.

Er is nog 'n laatste theoretisch probleem. Veel gebruikers gebruiken een combinatie van touchscreen en muis. Als een gebruiker het scherm aanraakt en binnen één seconde overschakelt naar de muis, werkt hoveren niet. Maar mensen die zo snel omschakelen, zitten niet achter een computer, want die zijn aan het trainen voor de Olympische Spelen. In de praktijk zal dit zich niet voordoen.

Als je het plaatsen en verwijderen van de classes in de code wilt zien, moet je niet de gewone code, maar de Gegenereerde code bekijken.

Keydown

Op dezelfde manier als hierboven bij Mouseover voor de muis is beschreven, is voor gebruikers van de Tab-toets :focus aangebracht. Als de link focus krijgt, verschuift de afbeelding in de link, en pas als Enter is ingedrukt, wordt de link gevolgd. De selector in de css werkt op gelijke wijze als die voor :hover, maar dan met :focus.

Het lijkt logischer om hier niet de event keydown, maar de event 'focus' te gebruiken, die wordt gegenereerd als een element focus krijgt. Maar dat is in dit geval behoorlijk ingewikkeld. Alleen elementen die ergens op reageren, zoals links, tekstvelden en knoppen kunnen – zonder extra moeite – focus krijgen. Om daarvan in JavaScript gebruik te kunnen maken, zou je eerst alle elementen op de pagina die focus kunnen krijgen met behulp van JavaScript moeten opsporen, en die dan vervolgens allemaal op de event focus moeten laten reageren.

Er is in dit geval een veel simpeler oplossing. Mensen die de Tab-toets gebruiken om links af te lopen, gebruiken een toets. En er is een event dat op toetsen reageert: keydown. Zodra een toets wordt ingedrukt, wordt die event gegenereerd. Die event roept vervolgens precies hetzelfde stukje script aan als de event Mouseover bij gebruik van een muis. Ook hier wordt de class 'aanraking' bij <html> verwijderd, waarna de selector in de css met :focus werkt.

De event keydown wordt bij heel veel toetsen gegenereerd, ook als bijvoorbeeld een lettertoets wordt ingedrukt. Maar dat maakt niets uit. Als je 'n toets indrukt, raak je in ieder geval niet het scherm aan, dus op touchscreens ontstaan geen problemen.

(Er is gekozen voor event keydown en niet voor event keypress, omdat keypress niet reageert op toetsen als Alt en Control. In sommige browsers reageert keypress ook niet op de Tab-toets, en juist die toets wordt gebruikt om links af te lopen. Keydown reageert in alle browsers ook op de Tab-toets.)

Wat er gebeurt als iemand met 'n gespleten persoonlijkheid gelijktijdig op het scherm én op de Tab-toets begint te rammen, is trouwens verder ook niet uitgeprobeerd. Die persoon heeft waarschijnlijk ernstiger problemen dan het al dan niet werken van focus.

Als je het plaatsen en verwijderen van de classes in de code wilt zien, moet je niet de gewone code, maar de Gegenereerde code bekijken.

De css zelf is verder vrij simpel. De afbeelding is een gewone afbeelding, die in de link neergezet. Bij hoveren over de afbeelding wordt via de css de afbeelding verschoven.

Daarnaast is nog wat tekst aangebracht, die pas zichtbaar wordt, als over de link wordt gehoverd. Door allerlei kleine details is de css voor die tekst iets ingewikkelder, dat wordt bij de diverse elementen en eigenschappen beschreven.

Semantische elementen en WAI-ARIA

Deze twee onderwerpen zijn samengevoegd, omdat ze veel met elkaar te maken hebben.

Semantische elementen

De meeste elementen die in html worden gebruikt, hebben een semantische betekenis. Dat wil zeggen dat je aan de gebruikte tag al (enigszins) kunt zien, wat voor soort inhoud er in het element staat. In een <h1> staat een belangrijke kop. In een <h2> staat een iets minder belangrijke kop. In een <p> staat een alinea. In een <table> staat een tabel (en geen lay-out, als het goed is!). Enzovoort.

Door het op de goede manier gebruiken van semantische elementen, kunnen zoekmachines, schermlezers, enzovoort de structuur van een pagina begrijpen. De spider van een zoekmachine is redelijk te vergelijken met een blinde. Het is dus ook in je eigen belang om semantische elementen zo goed mogelijk te gebruiken. Een site die toegankelijk is voor mensen met een handicap, is in de regel ook goed te verwerken door een zoekmachine en maakt dus een grotere kans gevonden en bezocht te worden.

Als het goed is, wordt het uiterlijk van de pagina bepaald met behulp van css. Het uiterlijk staat hierdoor (vrijwel) los van de semantische inhoud van de pagina. Met behulp van css kun je een <h1> heel klein weergeven en een <h6> heel groot, terwijl schermlezers, zoekmachines, en dergelijke nog steeds weten dat de <h1> een belangrijke kop is.

Slechts enkele elementen, zoals <div> en <span>, hebben geen semantische betekenis. Daardoor zijn deze elementen uitstekend geschikt om met behulp van css het uiterlijk van de pagina aan te passen: de semantische betekenis verandert niet, maar het uiterlijk wel. Voor een schermlezer of zoekmachine verandert er (vrijwel) niets, voor de gemiddelde bezoeker krijgt het door de css een heel ander uiterlijk.

(De derde laag, naast html voor de inhoud en css voor het uiterlijk, is JavaScript. Die zorgt voor de interactie tussen site en bezoeker. De min of meer strikte scheiding tussen css en html aan de ene kant en JavaScript aan de andere kant is met de komst van css3 en html5 veel vager geworden. Je kunt nu bijvoorbeeld ook met css dingen langzaam verplaatsen en met html deels de invoer in formulieren controleren.)

Html5 heeft een aantal nieuwe elementen, die speciaal zijn bedoeld om de opbouw van een pagina aan te geven. In dit voorbeeld worden hiervan <nav> en <main> gebruikt. Beide gedragen zich als een gewone <div>, maar dan een <div> met een semantische betekenis. Hierdoor kunnen schermlezers, zoekmachines, en dergelijke beter zien, hoe de pagina is samengesteld.

<nav>

<nav> gedraagt zich als een gewone <div>, maar dan een <div> met een semantische betekenis: navigatie. Hierdoor kunnen schermlezers, zoekmachines, en dergelijke gelijk zien dat hierin links zijn ondergebracht, waarmee je naar andere pagina's en dergelijke kunt gaan.

Omdat <nav> alleen aangeeft dat hierin een of andere vorm van navigatie is ondergebracht, maar niet wat voor navigatie, staat gelijk onder de openingstag <nav> een <h1>. De <h1> geeft aan, wat voor soort navigatie hier staat: 'Navigatie voorbeeld'. Deze <h1> wordt links buiten het scherm geparkeerd, zodat je hem niet ziet. Maar schermlezers en dergelijke lezen de kop gewoon voor, ook al zie je hem niet, zodat voor gebruikers van schermlezers duidelijk is, wat voor soort navigatie hier staat.

In het voorbeeld staat maar één soort navigatie, maar bijvoorbeeld op de site staan niet alleen de links van het voorbeeld, maar ook de navigatie voor de site zelf. Door op de site beide <nav>'s van een verborgen kop te voorzien, kunnen schermlezers en dergelijke achterhalen, om welke navigatie het gaat.

<main>

Hierbinnen staat de belangrijkste inhoud van de pagina (in dit voorbeeld is dat flauwekultekst).

Met behulp van dit soort nieuwe semantische elementen kan bijvoorbeeld een schermlezer in één keer een heel menu passeren en gelijk naar de echte inhoud gaan. Alleen hadden deze nieuwe elementen tot voor kort één probleem: ze hadden in de praktijk nog weinig nut, omdat schermlezers en dergelijke ze nog niet herkenden. Daarom werd een zogenaamde WAI-ARIA-code toegevoegd aan deze elementen. Dat is een al veel langer bestaande code, die schermlezers en dergelijke wel herkennen. Voor <main> ziet dat er zo uit:

<main role="main">

Inmiddels is dit behoorlijk veranderd. Het advies is nu om deze speciale toevoeging niet meer te gebruiken, omdat de meeste schermlezers en dergelijke dit soort nieuwe elementen inmiddels herkennen.

WAI-ARIA-codes

WAI-ARIA wordt vaak ingekort tot ARIA. Voluit betekent het Web Accessibility Initiative – Accessible Rich Internet Applications.

Er wordt in dit voorbeeld één WAI-ARIA-code gebruikt: aria-hidden.

aria-hidden

Met behulp van aria-hidden="true" kan een deel van de code worden verborgen voor schermlezers en dergelijke, zodat dit niet wordt voorgelezen. Op de normale weergave op het scherm heeft dit verder geen enkele invloed.

Bij hoveren over de afbeeldingen verschijnt de tekst 'Pappie'.

Deze tekst staat in een gewone <span> en wordt dus voorgelezen door een schermlezer. Deze tekst is natuurlijk gewoon flauwekul en werkt bij voorlezen alleen maar verwarrend. Daarom wordt de tekst met behulp van aria-hidden="true" verborgen voor schermlezers:

<span aria-hidden="true">Pappie</span>

Tabindex en Tab-toets

Links, invoervelden in formulieren, en dergelijke kunnen met behulp van de Tab-toets (of een soortgelijke toets) één voor één worden bezocht, in de volgorde waarin ze in de html voorkomen. Shift+Tab-toets keert de volgorde van de Tab-toets om. Dit is een belangrijk hulpmiddel voor mensen die om een of andere reden de muis niet kunnen of willen gebruiken. (En het is vaak ook veel sneller dan de muis, vooral in formulieren.)

In sommige browsers en/of besturingssystemen is dit vreemd genoeg standaard uitgeschakeld en is een zoektocht in de instellingen nodig om dit aan te zetten. Maar gebruikers van de Tab-toets zullen dit al hebben gedaan.

Als je met behulp van de Tab-toets een element hebt bereikt, heeft dit 'focus': als het een link is en je drukt op Enter, wordt de link gevolgd. Bij een tekstveld kun je tekst gaan invoeren. Enzovoort.

De Tab-toets volgt normaal genomen de volgorde van de elementen in de html. Het maakt niet uit, in welke volgorde ze op het scherm staan. Als je met behulp van css de elementen van plaats verwisselt op het scherm, wordt toch gewoon de volgorde in de html gevolgd.

De volgorde van de Tab-toets kan worden veranderd met behulp van het tabindex-attribuut: <div tabindex="3">. Deze <div> zal nu als derde worden bezocht, ook al krijgt een simpele <div> normaal genomen nooit bezoek van de Tab-toets.

Normaal genomen is het gebruik van een tabindex niet nodig. Het is zeker niet bedoeld om de bezoeker als een kangoeroe op een hindernisbaan van onder via links over rechts naar boven te laten springen. Maar soms kan het handig zijn voor kleinere correcties, als de normale volgorde in de html niet optimaal is. Of om een element bereikbaar te maken voor de Tab-toets, zoals de hierboven genoemde <div>.

Schermlezers blijven altijd de volgorde van de html volgen, dus als de tabindex sterk afwijkt van de volgorde in de html, kan dat behoorlijk verwarrend zijn.

De tabindex kan drie verschillende waarden hebben: -1, 0 of een positief getal.

In principe is de volgorde bij gebruik van de Tab-toets als volgt: eerst worden alle positieve getallen in volgorde afgewerkt. Als twee tabindexen dezelfde waarde hebben, wordt de volgorde in de html aangehouden. Een waarde van '0' wordt, afhankelijk van browser en besturingssysteem, verschillend behandeld, waarover iets hieronder bij Tabindex="0" meer.

tabindex="-1"

Een negatieve waarde van -1 zorgt ervoor dat het element volledig wordt genegeerd door de Tab-toets. Zelfs een link met een negatieve tabindex wordt volledig genegeerd. Normaal genomen heeft een tabindex="-1" maar één nut: je kunt dan met behulp van JavaScript toch focus aan het element geven, zonder dat gebruikers van de Tab-toets erdoor worden gehinderd.

In dit voorbeeld wordt tabindex="-1" gebruikt bij <main>, het doel van de skip-link, om een probleem in sommige browsers op te lossen.

tabindex="0"

Volgens de specificatie van html 4.01 moest een tabindex="0" pas worden bezocht, nadat tabindexen met een positief nummer waren bezocht. Sommige browsers hielden zich hier echter niet aan: een tabindex="0" werd gewoon tussen de positieve tabindexen gezet.

In html5 is de situatie nog fijner. Nu staat er alleen dat, wat betreft de volgorde, de gewoonte van het platform wordt gevolgd. Oftewel: doe maar raak. Maar hoe dan ook: als je tabindex="0", kan een element focus krijgen met behulp van de Tab-toets. Ook als dat element normaal genomen geen focus kan krijgen.

Deze waarde wordt in dit voorbeeld niet gebruikt.

tabindex="..."

Op de plaats van de puntjes moet een positief getal worden ingevuld: het volgnummer. Positieve tabindexen worden in dit voorbeeld niet gebruikt.

Muis, toetsenbord, touchpad en touchscreen

Vroeger, toen het leven nog mooi was en alles beter, waren er alleen monitors. Omdat kinderen daar niet af konden blijven met hun tengels, besloten fabrikanten dan maar touchscreens te gaan maken, omdat je die mag aanraken. Het bleek makkelijker te zijn om volwassenen ook te leren hoe je 'n scherm vies maakt, dan om kinderen te leren met hun vingers van de monitor af te blijven.

Zo ontstonden touchscreens en kreeg het begrip ellende een geheel nieuwe lading. In de perfecte wereld van vroeger, waarin alleen desktops bestonden, werkten dingen als hoveren, klikken en slepen gewoon. Zonder dat je eerst 'n cursus hogere magie op Zweinstein hoefde te volgen. Zelfs in JavaScript was het nog wel te behappen, ook voor mensen zoals ik die toevallig niet Einstein heten.

Op dit moment kun je computerschermen ruwweg in twee soorten indelen: schermen die worden aangeraakt, en schermen die worden bediend met hulpmiddelen als een toetsenbord, muis of touchpad. Omdat ook computerschermen zich kennelijk vermengen, bestaan er inmiddels ook schermen die zowel van aanraken als van muizen houden.

Hieronder staat een lijstje met dingen die zijn aangepast voor de verschillende soorten schermen, zodat dit voorbeeld overal werkt.

:hover

Omdat :hover mogelijk niet werkt, als css uitstaat, ontbreekt of onvolledig is geïmplementeerd, moet je nooit belangrijke informatie alleen met behulp van :hover tonen.

Je hovert over een element, als je met behulp van muis of touchpad de cursor boven dat element brengt. Hoveren kan over álle elementen. Het wordt veel gebruikt om iets van uiterlijk te laten veranderen, een pop-up te laten verschijnen, en dergelijke.

In dit voorbeeld verschuift de afbeelding in de link, als je over de afbeelding hovert. Op touchscreens kan dit problemen opleveren. Soms verschuift de afbeelding niet, soms verschuift hij (vrijwel) blijvend, en soms werkt de link niet.

Omdat de verschuiving van de afbeelding bij hoveren over de links absoluut niet belangrijk is, is het het simpelste om het hele hoveren bij aanraking uit te schakelen. Bij gebruik van een muis, ook op een touchscreen, verschuift de afbeelding nog wel.

Het herkennen van een aanraking gebeurt met behulp van een stukje JavaScript.

:focus

Omdat :focus mogelijk niet werkt, als css uitstaat, ontbreekt of onvolledig is geïmplementeerd, moet je nooit belangrijke informatie alleen met behulp van :focus tonen.

De meeste mensen gaan met een muis naar een link, invoerveld, en dergelijke. Waarna ze vervolgens klikken om de link te volgen, tekst in te voeren, of wat ze ook maar willen doen.

Er is echter 'n tweede manier om naar links, invoervelden, en dergelijke te gaan: met behulp van de Tab-toets kun je naar links, invoervelden, en dergelijke 'springen'. (Over het gebruik van de Tab-toets staat meer bij Tabindex en Tab-toets.)

Waar je staat, wordt door alle browsers aangegeven met een of ander kadertje. De link en dergelijke met het kadertje eromheen 'heeft focus'. Dat wil zeggen dat je die link volgt, als je op de Enter-toets drukt, of dat je in dat veld tekst kunt gaan invoeren, enzovoort.

Het kadertje dat de focus aangeeft, moet nooit zonder meer worden weggehaald. Gebruikers van de Tab-toets hebben dan geen idee meer, waar ze zijn. Als JavaScript aanstaat, is het kadertje hier overbodig, omdat de afbeelding in de link die focus heeft verschuift. Maar als JavaScript niet aanstaat, is het kadertje wel nodig. Anders is op geen enkele manier te zien, welke link focus heeft.

Daarom wordt het kadertje alleen weggehaald, als JavaScript aanstaat. Hoe dit precies wordt gedaan, is te vinden bij html.met-script nav a.

:active

Omdat :active mogelijk niet werkt, als css uitstaat, ontbreekt of onvolledig is geïmplementeerd, moet je nooit belangrijke informatie alleen met behulp van :active tonen.

Een element is actief, als de muis wordt ingedrukt boven dat element. Op sommige touchscreens is het element actief, als het wordt aangeraakt.

In dit voorbeeld wordt :active niet gebruikt.

Gegenereerde code

Het onderstaande geldt alleen voor desktopbrowsers. In browsers op mobiele systemen is het vaak ook mogelijk gegenereerde code te bekijken, maar dat is veel ingewikkelder. Bovendien verandert de manier, waarop dat kan, nogal snel.

Als je html schrijft, kan dat (hopelijk) in de browser worden weergegeven. Vanuit de browser kun je die html bekijken, precies zoals je hem hebt ingevoerd. Alsof je het in een editor ziet. In Firefox bijvoorbeeld kan dat door in het menu te kiezen voor Extra → Webontwikkelaar → Paginabron. (Of door de veel snellere sneltoets Ctrl+U.) Elke browser heeft dit soort mogelijkheden.

Wat je dan te zien krijgt, is exact de code, zoals jij die hebt ingetypt. Inclusief alle fouten, hoofd- en kleine letters, noem maar op. Als je zo slordig bent om een <p> niet af te sluiten, zit er niet plotsklaps een afsluitende </p> in de code. Als er css wordt gebruikt, html wordt ingevoegd via JavaScript, noem maar op, zie je daar niets van, want dat heb jij niet ingetypt.

Daar heb je dus eigenlijk vrij weinig aan, want die code kende je al. Die heb je zelf bloedig zitten intypen.

Wat de browser daadwerkelijk gebruikt, is iets totaal anders: de gegenereerde code. En die is veel interessanter, want die code blijkt (fors) af te wijken van wat jij heb ingetypt. De browser gebruikt een tijdelijke kopie van de door jou geschreven code, die zo is aangepast dat er voor de browser mee te werken is.

Elke browser heeft inmiddels mogelijkheden om de gegenereerde code te bekijken. In Firefox bijvoorbeeld in het menu Extra → Webontwikkelaar → Hulpmiddelen in-/uitschakelen. In Google Chrome in het menu onder Meer hulpprogramma's → Hulpprogramma's voor ontwikkelaars. In Edge open je dit door op F12 te drukken, en het kan vast ook via het menu.

Houdt er wel rekening mee dat elke browser de door jou ingetypte code iets zal aanpassen. In Firefox bijvoorbeeld wordt een <P> veranderd in een <p>. Als er 'n </p> mist, is die opeens wel aanwezig in de gegenereerde code. Wat elke browser precies aanpast, zal iets verschillen en kan ook nog veranderen. In het verleden veranderde Internet Explorer bijvoorbeeld een <p> juist in een <P>, nu is dat niet meer zo.

De code aanpassen aan je eigen ontwerp

Toegankelijkheid en zoekmachines

Het eerste deel van deze tekst is voor alle voorbeelden hetzelfde. Eventueel specifiek voor dit voorbeeld geldende dingen staan verderop onder het kopje Specifiek voor dit voorbeeld.

Toegankelijkheid (in het Engels 'accessibility') is belangrijk voor bijvoorbeeld blinden die een schermlezer gebruiken, of voor motorisch gehandicapte mensen die moeite hebben met het bedienen van een muis. Een spider van een zoekmachine (dat is het programmaatje dat de site indexeert voor de zoekmachine) is te vergelijken met een blinde. Als je je site goed toegankelijk maakt voor gehandicapten, is dat gelijk goed voor een hogere plaats in een zoekmachine. Dus als je 't niet uit sociale motieven wilt doen, kun je 't uit egoïstische motieven doen.

(Op die plaats in de zoekmachine heb je maar beperkt invloed. De toegankelijkheid van je site is maar één van de factoren, maar zeker niet onbelangrijk.)

Als je bij het maken van je site al rekening houdt met toegankelijkheid, is dat nauwelijks extra werk. 't Is ongeveer te vergelijken met inbraakbescherming: doe dat bij 'n nieuw huis en 't is nauwelijks extra werk, doe 't bij 'n bestaand huis en 't is al snel 'n enorme klus.

Enkele tips die helpen bij toegankelijkheid:

Specifiek voor dit voorbeeld

JavaScript

Zonder JavaScript verschuift de afbeelding in de links niet, als over de links wordt gehoverd of als ze focus krijgen. Het zijn dan gewone, simpele links met een afbeelding.

Hoveren en focus kunnen op touchscreens (grote) problemen opleveren. Om dat te voorkomen, is JavaScript nodig. Als JavaScript uitstaat, werken hoveren en focus niet en zijn er dus geen problemen op touchscreens.

Als het uiterlijk van de links bij hoveren en focus niet verandert, is dat niet ernstig. Er gaat geen belangrijke informatie verloren, de verandering is alleen maar 'n extraatje, meer niet.

CSS

Zonder css zie je alle tekst uit de <span>'s in de links, met daarachter de afbeelding. Het ziet er niet uit, maar de links werken gewoon.

Afbeeldingen


Afbeelding 2: tekst die zonder afbeelding zichtbaar wordt

Als om een of andere reden de afbeeldingen niet worden getoond, is de tekst uit de eerste <span> in de links zichtbaar, zoals op de afbeelding is te zien. Deze tekst is onderstreept, zoals gebruikelijk is in een link. De tekst 'Pappie' uit de tweede <span> is niet te zien.

De witte ovaal linksboven is het resultaat van de css voor de afbeelding, als over de link wordt gehoverd of als deze focus heeft. De afbeelding is er niet, maar border en dergelijke zijn gewoon aanwezig.

Als css én afbeeldingen ontbreken, houd je 'n min of meer gewone tekstlink over, maar inclusief het woord 'Pappie'.

Gebruikers Tab-toets

  • Als mensen de Tab-toets gebruiken om links en dergelijke af te gaan, verschuift de afbeelding in de links, als de link focus krijgt.
  • Verder is een skip-link aangebracht, waardoor de links met de afbeeldingen met één toetsaanslag gepasseerd kunnen worden. (Dat is hier natuurlijk volslagen overbodig met slechts twee links, maar er bestaan ook pagina's met 382 links in het menu. Je maakt gebruikers van de Tab-toets niet echt gelukkig, als ze op elke pagina 383 keer de Tab-toets moeten indrukken, voordat ze bij de echte inhoud aankomen.)

Tekstbrowsers

Lynx en WebbIE laten twee gewone links zien, waarin alle tekst uit de <span>'s in de links te zien is.

(Om een of andere reden negeert WebbIE de WAI-ARIA-code aria-hidden="true", terwijl WebbIE daar normaal genomen netjes naar luistert.)

Schermlezers

  • De twee <span>'s met 'Pappie' zijn met behulp van de WAI-ARIA-code aria-hidden="true" voor schermlezers verborgen.
  • De links staan in een <nav>-element. Gelijk onder de <nav> is een <h1> aangebracht, zodat duidelijk is, waar dit menu voor dient. Hoe deze kopregel wordt verborgen en dergelijke is te vinden bij h1.
  • De links staan in een ongeordende lijst <ul>. Schermlezers kunnen een <ul> snel passeren, zodat niet bij elke pagina eerst een menu wordt voorgelezen, of dat nou nodig is of niet. Schermlezers hebben meer mogelijkheden om het menu over te slaan, maar het in één keer passeren van een <ul> wordt ook veel gebruikt.

    (Bijkomend voordeel: een menu in een <ul> is makkelijk op te maken.)

Getest in

Laatst gecontroleerd op 25 december 2017.

Onder dit kopje staat alleen maar, hoe en waarin is getest. Eventuele problemen, ook die met betrekking tot zoomen en lettergroottes, staan hieronder bij Bekende problemen (en oplossingen). Het is belangrijk dat deel te lezen, want uit een test kan ook prima blijken dat iets totaal niet werkt!

Eventuele opmerkingen over de toegankelijkheid specifiek voor dit voorbeeld staan hierboven bij Toegankelijkheid en zoekmachines onder het kopje Specifiek voor dit voorbeeld.

Dit voorbeeld is getest op de volgende systemen:

Desktopcomputers

Windows 7 (1280 x 1024 px, resolution: 96 dpi):
Firefox, UC Browser, Google Chrome, Opera en Internet Explorer 11, in grotere en kleinere browservensters.

OS X 10.11.6 ('El Capitan') (1680 x 1050 px, resolution: 96: dpi, device-pixel-ratio: 1):
Firefox, Safari, Opera en Google Chrome, in grotere en kleinere browservensters.

Linux (Kubuntu 14.04 LTS, 'Trusty Tahr') (1280 x 1024 px, resolution: 96 dpi):
Firefox, Opera en Google Chrome, in grotere en kleinere browservensters.

Laptops

Windows 8.1 (1366 x 768 px, resolution: 96 dpi):
Bureaublad-versie: Firefox, UC Browser, Google Chrome, Opera en Internet Explorer 11, in grotere en kleinere browservensters.
Startscherm-versie: Internet Explorer 11.

Windows 10 (1600 x 900 px, resolution: 96 dpi):
Firefox, UC Browser, Google Chrome, Internet Explorer 11, Opera en Edge, in grotere en kleinere browservensters.

Tablets

iPad met iOS 9.3.5 (1024 x768 px, device-pixel-ratio: 1):
Safari, Chrome for iOS, UC Browser, Firefox (alle portret en landschap).
Opera Mini (Opera Turbo) portret en landschap.

iPad met iOS 11.2.1 (2048 x 1536 px, device-pixel-ratio: 2 ('retina'):
Safari, Chrome for iOS, Firefox (alle portret en landschap).
Opera Mini (Opera Turbo) portret en landschap.

Android 4.4.2 ('Kitkat') (1280 x 800 px, resolution: 96 dpi):
Android browser, UC Browser, Firefox en Chrome (alle portret en landschap).
Opera Mini (besparingen uitgeschakeld) portret en landschap.

Android 4.4.2 ('Kitkat') (2560 x 1600 px, resolution: 192 dpi):
Android browser, UC Browser, Firefox en Chrome (alle portret en landschap).
Opera Mini (besparingen uitgeschakeld) portret en landschap.

Android 6.0 ('Marshmallow') (1920 x 1200 px, resolution: 144 dpi):
Dolphin, Samsung Internet, UC Browser, Firefox en Chrome (alle portret en landschap).
Opera Mini (besparingen uitgeschakeld) portret en landschap.

Android 7.0 ('Nougat') (1920 x 1200 px, resolution: 144 dpi):
Dolphin, Samsung Internet, UC Browser, Firefox en Chrome (alle portret en landschap).
Opera Mini (besparingen uitgeschakeld) portret en landschap.

Smartphones

Windows 10 Mobile (1280 x 720 px, resolution: 192 dpi):
Edge en UC browser (portret en landschap).

Android 4.1.2 ('Jelly Bean') (800 x 480 px, resolution: 144 dpi):
Chrome, Android browser, UC Browser en Firefox (alle portret en landschap).
Opera Mini (besparingen uitgeschakeld) portret en landschap.

Android 7.0 ('Nougat') (1280 x 720 px, resolution: 192 dpi):
Dolphin, Samsung Internet, UC Browser, Firefox en Chrome (alle portret en landschap).
Opera Mini (besparingen uitgeschakeld) portret en landschap.

Er is op de aan het begin van dit hoofdstukje genoemde controledatum getest in de meest recente versie van de browser, die op het betreffende besturingssysteem kon draaien. Het aantal geteste browsers en systemen is al tamelijk fors, en als ook nog rekening gehouden moet worden met (zwaar) verouderde browsers, is het gewoon niet meer te doen. Surfen met een verouderde browser is trouwens vragen om ellende, want updates van browsers hebben heel vaak met beveiligingsproblemen te maken.

In- en uitzoomen en – voor zover de browser dat kan – een kleinere en grotere letter zijn ook getest. Er is ingezoomd en vergroot tot zover de browser kan, maar niet verder dan 200%.

Er is getest met behulp van muis en toetsenbord, behalve op de iPad, Android, Windows Phone en Windows 10 Mobile, waar een touchscreen is gebruikt. Op Windows 8.1 en 10 is getest met een touchscreen, met een combinatie van toetsenbord en touchpad, en met een combinatie van toetsenbord en muis.

Als dat relevant is, is op de desktop ook getest, als JavaScript uitstaat. Eventuele problemen staan hierboven bij Toegankelijkheid en zoekmachines onder het kopje Specifiek voor dit voorbeeld. (Op iOS, Android, Windows Phone en Windows 10 Mobile is niet getest zonder JavaScript, omdat je JavaScript in een toenemend aantal mobiele browsers niet uit kunt zetten. Bovendien is een mobiel apparaat zonder JavaScript niet veel meer dan een duur en groot uitgevallen horloge.)

Schermlezers en dergelijke

Naast deze 'gewone' browsers is ook getest in Lynx, WebbIE, NVDA, TalkBack, VoiceOver, ChromeVox en Verteller.

Lynx is een browser die alleen tekst laat zien en geen css gebruikt. Er is getest op Linux.

WebbIE is een browser die gericht is op mensen met een handicap. Er is getest op Windows 7.

NVDA is een schermlezer, zoals die door blinden wordt gebruikt. Er is getest op Windows 7 en Windows 10 in combinatie met Firefox.

(Althans: dat zou zo moeten zijn. In haar niet te beteugelen drift van Firefox een kloon van Google Chrome te maken, is het Mozilla gelukt om NVDA op dit moment in Windows 7 onbruikbaar te maken in combinatie met Firefox: Firefox en NVDA blijven beide hangen en kunnen alleen geforceerd worden gestopt. In Windows 10 werkt het wel, maar dat schijnt ook niet bij iedereen zo te zijn. Daarom wordt op dit moment op Windows 7 NVDA getest in combinatie met Internet Explorer 11.)

TalkBack is een in Android ingebouwde schermlezer. Er is getest in combinatie met Chrome op Android 4.4,2, 6.0 en 7.0.

VoiceOver is een in iOS en OS X ingebouwde schermlezer. Er is getest in combinatie met Safari op iOS (9.3.5 en 11.0.2) en OS X 10.11.6.

ChromeVox is een schermlezer in de vorm van een extensie bij Google Chrome. Er is getest op een systeem met Kubuntu Linux 14.04.

Verteller (Narrator) is een in Windows 10 ingebouwde schermlezer. Er is getest in combinatie met Edge.

Als het voorbeeld in deze programma's toegankelijk is, zou het in principe toegankelijk moeten zijn in alle aangepaste browsers en dergelijke. En dus ook voor zoekmachines, want een zoekmachine is redelijk vergelijkbaar met een blinde. Eventuele opmerkingen over de toegankelijkheid specifiek voor dit voorbeeld staan hierboven bij Toegankelijkheid en zoekmachines onder het kopje Specifiek voor dit voorbeeld.

Alleen op de hierboven genoemde systemen en browsers is getest. Er is dus niet getest op bijvoorbeeld 'n Blackberry. De kans is (heel erg) groot dat dit voorbeeld niet (volledig) werkt op niet-geteste systemen en apparaten. Om het wel (volledig) werkend te krijgen, zul je vaak (kleine) wijzigingen en/of (kleine) aanvullingen moeten aanbrengen, bijvoorbeeld met JavaScript.

Er is ook geen enkele garantie dat iets werkt in een andere tablet of smartphone dan hierboven genoemd, omdat fabrikanten in principe de software kunnen veranderen. Dit is anders dan op de desktop, waar browsers altijd (vrijwel) hetzelfde werken, zelfs op verschillende besturingssystemen. Iets wat in Android browser werkt, zal in de regel overal werken in die browser, maar een garantie is er niet. De enige garantie is het daadwerkelijk testen op een fysiek apparaat. En aangezien er duizenden mobiele apparaten zijn, is daar eigenlijk geen beginnen aan.

De html is gevalideerd met de validator van w3c, de css ook. Als om een of andere reden niet volledig gevalideerd kon worden, wordt dat bij Bekende problemen (en oplossingen) vermeld.

Nieuwe browsers worden pas getest, als ze uit het bèta-stadium zijn, omdat er anders 'n redelijke kans is dat je tegen 'n bug zit te vechten, die voor de uiteindelijke versie nog gerepareerd wordt. Dit voorbeeld is alleen getest in de hierboven met name genoemde browsers. Vragen over niet-geteste browsers kunnen niet worden beantwoord, en het melden van fouten in niet-geteste browsers heeft ook geen enkel nut. (Melden van fouten, problemen, enzovoort in wel geteste browsers: graag!)

Bekende problemen (en oplossingen)

Waarop en hoe is getest, kun je gelijk hierboven vinden bij Getest in.

Als je hieronder geen oplossing vindt voor een probleem dat met dit voorbeeld te maken heeft, kun je op het forum proberen een oplossing te vinden voor je probleem. Om forumspam te voorkomen, moet je je helaas wel registreren, voordat je op het forum een probleem kunt aankaarten.

Android browser en Opera Mini op Android 4.1.2, Android browser en UC browser op Android 4.4.2

De afbeeldingen staan niet netjes verdeeld binnen het venster

Deze browsers ondersteunen flexbox niet. Hierdoor staan de links met de afbeeldingen niet netjes verdeeld binnen het browservenster. Omdat dit voor het eigenlijke voorbeeld verder niets uitmaakt, is hier niets aan gedaan.

(Deze versie van Android is in rap tempo aan het verdwijnen, dus dit probleem lost zich vanzelf op. In sommige van deze browsers kan een oudere versie van flexbox worden gebruikt, maar die is zo ongelooflijk slecht geïmplementeerd dat die alleen door cum laude geslaagde masochisten wordt gebruikt.)

Internet Explorer en Edge (alle versies, ook mobiel), Firefox (alle versies, behalve mobiel)

Als wordt teruggegaan naar het voorbeeld met de Terug-toets van de browser, blijft de afbeelding verschoven

Dit heeft eigenlijk niets met dit voorbeeld te maken, maar is een ingebakken eigenschap van deze browsers.

Een link kan focus krijgen als erop wordt geklikt, als de link wordt aangeraakt, of als de gebruiker er met de Tab-toets naartoe gaat. Dat geldt ook voor de links met de afbeeldingen, want dat zijn doodnormale links. Dat focus krijgen gebeurt hoe dan ook, helemaal los van css en JavaScript. (Je kunt het krijgen van focus wel voorkomen met JavaScript of html, maar dat gebeurt niet in dit voorbeeld.)

Vervolgens wordt in dit voorbeeld, als de link focus krijgt, met behulp van css en JavaScript de afbeelding in de link verschoven. Maar dat staat eigenlijk helemaal los van de eigenlijke focus. De css en JavaScript zorgen voor iets extra's, maar de link krijgt hoe dan ook focus. Ook als css en JavaScript beide uitstaan, alleen merk je daar dan (vrijwel) niets van.

Als een touchscreen wordt aangeraakt, wordt de afbeelding gedurende één seconde bij hoveren over of focus van de links met de afbeeldingen niet verschoven. Als één van de links met de afbeeldingen is aangeraakt, wordt in die seconde de link gevolgd. Maar de link heeft wel gewoon focus gekregen, ook al verschuift de afbeelding niet.

(Als de browser Pointerdown ondersteunt, gebeurt bovenstaande ook bij klikken op een gewoon scherm. Voor de werking van dit voorbeeld maakt dat verder niets uit.)

Als je in de hierboven genoemde browsers met de Terug-knop van de browser (of met alt+← of iets soortgelijks) teruggaat naar het voorbeeld, blijkt dat deze browsers hebben 'onthouden', welke link focus heeft: één van beide links met afbeelding heeft nog steeds focus. Daardoor verschuift de afbeelding nu, want dat hoort te gebeuren als de link met de afbeelding focus heeft. :focus werkt nu gewoon.

Zodra nogmaals de Tab-toets wordt ingedrukt, of zodra het scherm ergens anders wordt aangeraakt of -geklikt, verliest de link weer de focus en wordt de afbeelding weer op de oorspronkelijke plaats gezet.

Als je, nadat de link is gevolgd, teruggaat met behulp van de knop 'Terug naar voorbeeld 28' en niet met de Terug-knop van de browser, verschuift de afbeelding niet. Ook in de hierboven genoemde browsers heeft de link nu geen focus meer.

Dit werkt in deze browsers niet alleen in dit voorbeeld op deze manier, maar altijd.

Voordeel hiervan is dat gebruikers van de Tab-toets, als ze de Tab-toets nogmaals indrukken, naar het volgende element gaan dat focus kan krijgen (link, knop, tekstveld, en dergelijke). Ze gaan verder, waar ze waren gebleven. Op dat moment verschuift de afbeelding ook weer terug naar de originele positie, omdat de link de focus weer verliest.

Nadeel is dat de link in veranderde staat blijft, zolang de Tab-toets niet nogmaals is ingedrukt. In alle andere geteste browsers dan de hier genoemde staat de afbeelding in de link weliswaar weer op de oorspronkelijke positie bij gebruik van de Terug-toets, maar gebruikers van de Tab-toets moeten weer helemaal bovenaan de pagina beginnen.

Overigens zullen gebruikers van deze browsers, áls ze al de Terug-toets van de browser gebruiken, niet verbaasd zijn dat de link nog focus heeft.

Wijzigingen

Alleen grotere wijzigingen worden hier vermeld, geen dingen als een link die is geüpdatet.

:

Nieuw opgenomen.

11 september 2011:

25 december 2017:

De code is volledig herschreven, alleen de grotere veranderingen worden hier vermeld.

Inhoud van de download en licenties

De inhoud van deze download kan vrij worden gebruikt, met drie beperkingen:

* Sommige onderdelen die van 'n andere site of zo afkomstig zijn, vallen mogelijk onder een of andere licentie. Dat is hieronder bij het betreffende onderdeel te vinden.

* Je gebruikt het materiaal uit deze download volledig op eigen risico. Het kan prima zijn dat er fouten in de hier verstrekte code en dergelijke zitten. Voor eventuele schade die door gebruik van materiaal uit deze download ontstaat, in welke vorm dan ook, zijn www.css-voorbeelden.nl en medewerkers daarvan op geen enkele manier verantwoordelijk.

* Dit voorbeeld (en de bijbehorende uitleg en dergelijke) wordt regelmatig bijgewerkt. Het is daarom niet toegestaan dit voorbeeld (en de bijbehorende uitleg en dergelijke) op welke manier dan ook te verspreiden, zonder daarbij duidelijk te vermelden dat voorbeeld, uitleg, en dergelijke afkomstig zijn van www.css-voorbeelden.nl en dat daar altijd de nieuwste versie is te vinden. Dit is om te voorkomen dat er verouderde versies worden verspreid.

Een link naar www.css-voorbeelden.nl wordt trouwens altijd op prijs gesteld.

menu-028-dl.html: de pagina met het voorbeeld.

menu-028.pdf: deze uitleg (aangepast aan de inhoud van de download).

menu-028-inhoud-download-en-licenties.txt: een kopie van de tekst onder dit kopje (Inhoud van de download en licenties).

028-css-dl:

menu-028-dl.css: stylesheet voor menu-028-dl.html.

menu-028-hulp-dl.css: stylesheet voor de twee pagina's achter de links.

028-files-dl:

de twee pagina's achter de links.

028-pics:

de afbeelding van de aap. Deze afbeelding is afkomstig van clipartduo.nl.

HTML

De code is geschreven in een afwijkende lettersoort. De code die te maken heeft met de basis van dit voorbeeld (essentiële code), is in de hele uitleg onderstippeld blauw. Alle niet-essentiële code is bruin. (In de inhoudsopgave staat alles in een gewone letter vanwege de leesbaarheid.)

In de html hieronder wordt alleen de html besproken, waarover iets meer is te vertellen. Een <h1> bijvoorbeeld wordt in de regel niet genoemd, omdat daarover weinig interessants valt te melden. (Als bijvoorbeeld het uiterlijk van de <h1> wordt aangepast met behulp van css, staat dat verderop bij de bespreking van de css.)

Zaken als een doctype en charset hebben soms wat voor veel mensen onbekende effecten, dus daarover wordt hieronder wel een en ander geschreven.

Deze uitleg hoort bij het voorbeeld dat in de download zit. Het voorbeeld uit de download verschilt iets van het voorbeeld hier op de site. In de download ontbreekt bijvoorbeeld de navigatie voor de site. Ook in de kopregels zit vaak wat verschil. Daarnaast kunnen er nog andere (meestal kleine) verschillen zijn.

Als je deze uitleg leest naast de broncode van het voorbeeld op de site, kan het dus bijvoorbeeld zijn dat 'n <h1> uit de css bij 'n <h2> uit de html hoort. Maar het gaat niet om hele grote, fundamentele afwijkingen.

Als je dit lastig vindt, kun je bovenaan de pagina de hele handel downloaden. In de download zit 'n voorbeeld dat wel naadloos aansluit op de uitleg in de download.

<!DOCTYPE html>

Een document moet met een doctype beginnen om weergaveverschillen tussen browsers te voorkomen. Zonder doctype is de kans op verschillende (en soms volkomen verkeerde) weergave tussen verschillende browsers heel erg groot.

Geldige doctypes vind je op www.w3.org/QA/2002/04/valid-dtd-list.

Gebruik het volledige doctype, inclusief de eventuele url, anders werkt het niet goed.

Het hier gebruikte doctype is dat van html5. Dit kan zonder enig probleem worden gebruikt: het werkt zelfs in Internet Explorer 6.

<html lang="nl">

De toevoeging lang="nl" bij <html> geeft aan dat de pagina in het Nederlands is. De taal is van belang voor schermlezers, automatisch afbreken, automatisch genereren van aanhalingstekens, juist gebruik van decimale punt of komma, en dergelijke.

<meta charset="utf-8">

Zorgt dat de browser letters met accenten en dergelijke goed kan weergeven.

utf-8 is de beste charset (tekenset), omdat deze alle talen van de wereld (en nog heel veel andere extra tekens) bestrijkt, maar toch niet meer ruimte inneemt voor de code, dan nodig is. Als je utf-8 gebruikt, hoef je veel minder entiteiten (&auml; en dergelijke) te gebruiken, maar kun je bijvoorbeeld gewoon ä gebruiken.

Deze regel moet zo hoog mogelijk komen te staan, als eerste regel binnen de <head>, omdat hij anders door sommige browsers niet wordt gelezen.

In html5 hoeft deze regel niet langer te zijn, dan wat hier staat.

<meta name="viewport" content="width=device-width, initial-scale=1">

Mobiele apparaten variëren enorm in breedte. En dat is een probleem. Sites waren, in ieder geval tot voor kort, gemaakt voor desktopbrowsers. En die hebben, in vergelijking met bijvoorbeeld een smartphone, heel brede browservensters. Hoe moet je op 'n smartphone een pagina weergeven, die is gemaakt voor de breedte van een desktop? Je kunt natuurlijk wachten tot álle sites zijn omgebouwd voor smartphones, tablets, enzovoort, maar dan moet je waarschijnlijk heel erg lang wachten.

Mobiele browsers gokken erop dat een pagina een bepaalde breedte heeft. Safari voor mobiel bijvoorbeeld gaat ervan uit dat een pagina 980 px breed is. De pagina wordt vervolgens zoveel versmald dat hij binnen het venster van het apparaat past. Op een iPhone wordt de pagina dus veel smaller dan op een iPad. Vervolgens kan de gebruiker inzoomen op het deel van de pagina dat hij of zij wil zien.

Dit betekent ook dat bij het openen van de pagina de tekst meestal heel erg klein wordt weergegeven. (Meestal, want niet alle browsers en apparaten doen het op dezelfde manier.) Niet erg fraai, maar bedenk maar 'ns 'n betere oplossing voor bestaande sites.

Nieuwe sites of pagina's kunnen echter wel rekening houden met de veel kleinere vensters van mobiele apparaten. Op deze pagina bijvoorbeeld wordt in smallere vensters slechts één link met afbeelding op een regel gezet.

Maar die stomme mobiele browser weet dat niet, dus die gaat ervan uit dat ook deze pagina 980 px breed is, en verkleint die dan. Dat is ongeveer even behulpzaam als de gedienstige kelner die behulpzaam de stoel naar achteren trekt, net als jij wilt gaan zitten.

Om de door de browser aangeboden hulp vriendelijk maar beslist te weigeren, wordt deze tag gebruikt. Hiermee geef je aan dat de pagina is geoptimaliseerd voor mobiele apparaten.

Een iPad in portretstand bijvoorbeeld is 768 px breed. De kreet width=device-width zegt tegen de mobiele browser dat de breedte van de weer te geven pagina gelijk is aan de breedte van het apparaat. Voor een iPad in portretstand dus 768 px.

Er staat nog een tweede deel in de tag: initial-scale=1. Sommige mobiele apparaten zoomen een pagina gelijk in of uit. Ook weer in een poging behulpzaam te zijn. Ook dat is hier niet nodig. Er is ook een instructie om zoomen helemaal onmogelijk te maken, maar die gebruik ik niet. De bezoeker kan zelf nog gewoon zoomen, wat belangrijk is voor mensen die wat slechter zien.

<a id="skippy" href="#content" title="Gelijk naar content">Skip menu</a>

Sommige mensen gebruiken niet de muis, maar de Tab-toets om links, tekstvelden, en dergelijke af te lopen. Dat kan zijn vanwege een handicap, maar soms is het gewoon ook veel sneller dan de muis, bijvoorbeeld in formulieren.

Als bovenaan de pagina een menu met links staat, moet de gebruiker eerst door al die links heen. Voor elke link moet één keer de Tab-toets worden ingedrukt. Nu valt dat hier wel mee, omdat het om slechts twee links gaat (en er bovendien geen 'echte' inhoud op de pagina is). Maar als het om een menu met 37 links gaat dat je elke pagina opnieuw weer tegenkomt, kan dat aardig gaan vervelen. Daarom is bovenaan de pagina een zogenaamde 'skip-link' geplaatst.

Omdat het een gewone link is, wordt deze bij gebruik van de Tab-toets bezocht, krijgt focus. Als de gebruiker dan op Enter drukt, wordt de link gevolgd. In dit geval is het een link naar het begin van de echte inhoud van de pagina bij <main>. Op deze manier kan in één keer een heel menu worden gepasseerd.

Normaal genomen is de skip-link links buiten het scherm geparkeerd en daardoor onzichtbaar. Zodra de link focus heeft, wordt deze met behulp van css op het scherm geplaatst. Als de Tab-toets nogmaals wordt ingedrukt, of als de link wordt gevolgd, verliest de skip-link weer focus en verdwijnt weer van het scherm. Hierdoor verpest de skip-link niet de hele lay-out.

Als mensen de Tab-toets niet gebruiken, krijgen ze de skip-link helemaal niet te zien.

(In de meeste schermlezers werkt deze link ook. Maar schermlezers hebben ook andere manieren om een serie links te passeren.)

<span>Foto's van pappie voor de koffie</span>

In de vorige versie had de link een title-attribuut, en de afbeelding had een alt-tekst. Hierdoor las in ieder geval elke toen bestaande en geteste schermlezer íéts voor.

Inmiddels zijn er veel meer en veel betere schermlezers. Maar dit voorlezen werkt helaas nog steeds uitermate beroerd. Als je title-attribuut én alt-tekst gebruikt, lezen sommige schermlezers het title-attribuut én alt-tekst voor, sommige lezen het title-attribuut voor en sommige de alt-tekst. Geniaal.

Als je alleen het title-attribuut of alleen de alt-tekst gebruikt, lezen sommige schermlezers niets voor.

Als je de WAI-ARIA-codes aria-label of aria-labelledby gebruikt (daarmee kun je verwijzen naar een beschrijving speciaal voor schermlezers), lezen sommige schermlezers niets voor, omdat dit in die schermlezers niet werkt in een <a>. En Safari met VoiceOver op iOS 11 loopt hier volledig op vast. Alleen herstarten van Safari helpt nog. (iOS 11 is op het moment van schrijven net uit, dit is een bug die waarschijnlijk snel zal worden opgelost, gezien de ernst ervan.)

Om van het gedoe af te zijn, zijn title-attribuut en alt-tekst beide weggehaald en vervangen door een tekst in een aparte <span> binnen de link. Omdat de <span> binnen de link staat, wordt deze door alle schermlezers netjes voorgelezen als bij de link horende tekst.

Bijkomend voordeel: als de afbeelding om een of andere reden niet wordt weergegeven, zie je deze tekst en heb je 'n min of meer normale tekstlink.

Voor de tweede link is het verhaal precies hetzelfde, alleen is de tekst daar 'Foto's van pappie na de borrel'.

<span aria-hidden="true">Pappie</span>

De tekst in deze <span> wordt zichtbaar, als over 'n afbeelding wordt gehoverd. (En als om een of andere reden de afbeelding niet wordt weergegeven.) Hoewel je de tekst niet altijd ziet, is deze wel gewoon altijd aanwezig. Schermlezers lezen de tekst dus voor.

Omdat deze tekst geen enkel nut heeft, wordt hij met behulp van de WAI-ARIA-code aria-hidden="true" voor schermlezers verborgen.

<img src="028-pics/aap.png" width="180" height="187" alt="">

Een schermlezer kan uiteraard een afbeelding niet voorlezen. Daarom wordt in het alt-attribuut een tekst gezet, die wel kan worden voorgelezen. Ook zoekmachines kunnen deze alt-tekst gebruiken.

In dit geval is de afbeelding redelijk nietszeggend. En schermlezers lezen al de tekst 'Foto's van pappie voor de koffie' (of 'Foto's van pappie na de borrel') voor. Om aan te geven dat de afbeelding alleen voor de sier is en voor schermlezers en zoekmachines niet interessant, wordt een leeg alt-attribuut alt="" aan de <img> toegevoegd. Een alt-attribuut zonder enige tekst.

(In vorige versies stond in de alt-tekst 'Pappie voor de koffie'. Waarom dat nu niet meer zo is, staat bij <span>Foto's van pappie voor de koffie</span>.)

<main id="content" lang="la" tabindex="-1">

<main> is het element, waarbinnen de belangrijkste inhoud van de pagina staat. In dit geval is dat 'n beetje onzin, omdat er alleen maar Latijnse opvultekst binnen <main> staat. Maar op 'n 'echte' pagina is dat wel de bedoeling van <main>.

Alle tekst binnen <main> is Latijn De taal is van belang voor schermlezers, automatisch afbreken, automatisch genereren van aanhalingstekens, juist gebruik van decimale punt of komma, en dergelijke. Daarom wordt met lang="la" aangegeven dat de tekst binnen <main> Latijn is. (En tot mijn niet geringe verbazing blijkt een schermlezer als NVDA dat dan, voor zover ik dat kan beoordelen, op de juiste manier voor te lezen.)

<main> heeft een id="content". #content is het doel van de skip-link bovenaan de pagina, waarmee het menu in één keer kan worden gepasseerd. Dit is voor belang voor gebruikers van de Tab-toets.

Als de skip-link wordt gevolgd, zou je verwachten dat je met de volgende Tab-toets verder gaat binnen <main>. Dat is echter niet in alle browsers zo. Safari op OS X, Edge, Internet Explorer en UC browser op Windows gaan, bij nogmaals indrukken van de Tab-toets, terug naar de skip-link.

De toevoeging tabindex="-1" zorgt ervoor dat ook deze browsers bij nogmaals indrukken van de Tab-toets verdergaan binnen <main>.

CSS

De code is geschreven in een afwijkende lettersoort. De code die te maken heeft met de basis van dit voorbeeld (essentiële code) is in de hele uitleg onderstippeld blauw. Alle niet-essentiële code is bruin. (In de inhoudsopgave staat alles in een gewone letter vanwege de leesbaarheid.)

Deze uitleg hoort bij het voorbeeld dat in de download zit. Het voorbeeld uit de download verschilt iets van het voorbeeld hier op de site. In de download ontbreekt bijvoorbeeld de navigatie voor de site. Ook in de kopregels zit vaak wat verschil. Daarnaast kunnen er nog andere (meestal kleine) verschillen zijn.

Als je deze uitleg leest naast de broncode van het voorbeeld op de site, kan het dus bijvoorbeeld zijn dat 'n <h1> uit de css bij 'n <h2> uit de html hoort. Maar het gaat niet om hele grote, fundamentele afwijkingen.

Als je dit lastig vindt, kun je bovenaan de pagina de hele handel downloaden. In de download zit 'n voorbeeld dat wel naadloos aansluit op de uitleg in de download.

Technisch gezien is er geen enkel bezwaar om de css in de stylesheet allemaal achter elkaar op één regel te zetten:

div#header-buiten {position: absolute; right: 16px; width: 100%; height: 120px; background: yellow;} div p {margin-left 16px; height: 120px; text-align: center;}

Maar als je dat doet, garandeer ik je hele grote problemen, omdat het volstrekt onoverzichtelijk is. Beter is het om de css netjes in te laten springen:

              div#header-buiten {
            position: absolute;
            right: 16px;
            width: 100%;
            height: 120px;
            background: yellow;
        }

        div p {
            margin-left: 16px;
            height: 120px;
            text-align: center;
        }

Hiernaast is het heel belangrijk voldoende commentaar (uitleg) in de stylesheet te schrijven. Op dit moment weet je waarschijnlijk (hopelijk...), waarom je iets doet. Maar over vijf jaar kan dat volstrekt onduidelijk zijn. Op deze site vind je nauwelijks commentaar in de stylesheets, maar dat heeft een simpele reden: deze uitleg is in feite één groot commentaar.

Op internet zelf is het goed, als de stylesheet juist zo klein mogelijk is. Dus voor het uploaden kun je normaal genomen het beste het commentaar weer verwijderen. Veel mensen halen zelfs alles wat overbodig is weg, voordat ze de stylesheet uploaden. Inspringingen bijvoorbeeld zijn voor mensen handig, een computer heeft ze niet nodig.

Je hebt dan eigenlijk twee stylesheets. De uitgebreide versie waarin je dingen uitprobeert, verandert, enzovoort, met commentaar, inspringingen, en dergelijke. Dat is de mensvriendelijke versie. Daarnaast is er dan een stylesheet die je op de echte site gebruikt: een gecomprimeerde versie.

Dat comprimeren kun je met de hand doen, maar er bestaan ook hulpmiddelen voor. Op de pagina met links kun je onder Gereedschap → Snelheid, testen, gzip, comprimeren links naar sites vinden, waar je bestanden kunt comprimeren.

(Stylesheets op deze site zijn niet gecomprimeerd. Omdat het vaak juist om de css gaat, kunnen mensen dan zonder al te veel moeite de css bekijken.)

/* menu-028-dl.css */

Om vergissingen te voorkomen is het een goede gewoonte bovenaan het stijlbestand even de naam neer te zetten. Voor je het weet, zit je anders in het verkeerde bestand te werken.

body

Het element waarbinnen de hele pagina staat. Veel instellingen die hier worden opgegeven, worden geërfd door de nakomelingen van <body>. Ze gelden voor de hele pagina, tenzij ze later worden gewijzigd. Dit geldt bijvoorbeeld voor de lettersoort, de lettergrootte en de voorgrondkleur.

background: #ff9;

Achtergrondkleurtje.

color: black;

Voorgrondkleur zwart. Dit is onder andere de kleur van de tekst.

Hoewel dit de standaardkleur is, wordt deze toch specifiek opgegeven. Hierboven is een achtergrondkleur opgegeven. Sommige mensen hebben zelf de voorgrond‑ en/of achtergrondkleur veranderd, bijvoorbeeld omdat ze slecht kleuren kunnen onderscheiden. Als nu de achtergrondkleur wordt veranderd, maar niet de voorgrondkleur, loop je het risico dat tekstkleur en achtergrondkleur te veel op elkaar gaan lijken.

Door beide op te geven, is redelijk zeker dat achtergrond- en tekstkleur genoeg van elkaar blijven verschillen. Als de gebruiker !important heeft gebruikt in een eigen stylesheet, is er nog niets aan de hand, want dan veranderen achtergrond- en voorgrondkleur geen van beide.

font-family: Arial, Helvetica, sans-serif;

Als Arial is geïnstalleerd op de machine van de bezoeker, wordt deze gebruikt, anders Helvetica. Als die ook niet wordt gevonden, wordt in ieder geval een schreefloze letter (zonder dwarsstreepjes) gebruikt.

font-size: 110%;

Iets groter dan standaard. 't Zal de leeftijd zijn, maar ik vind de standaardgrootte wat te klein.

Als eenheid wordt de relatieve eenheid % gebruikt, omdat bij gebruik van een absolute eenheid zoals px niet alle browsers de lettergrootte kunnen veranderen. Zoomen kan wel altijd, ongeacht welke eenheid voor de lettergrootte wordt gebruikt.

margin: 0; padding: 0;

Slim om te doen vanwege verschillen tussen browsers.

#skippy

Afbeelding 3: skip-link

Het element met id="skippy". Dit is een zogenaamde skip-link. Het geeft aan gebruikers van de Tab-toets de mogelijkheid in één keer het menu te passeren, zonder dat ze tig keer de Tab-toets moeten indrukken.

Deze link is natuurlijk absoluut foeilelijk. En dat is precies de bedoeling: nu valt hij goed op.

background: white;

Witte achtergrond.

color: black;

Voorgrondkleur zwart. Dit is onder andere de kleur van de tekst.

Standaard is de kleur van tekst binnen een link afhankelijk van al bezocht of niet. In dit geval is dat een beetje vreemd, omdat de link alleen bedoeld is om het menu over te slaan. Daarom wordt de kleur veranderd naar zwart.

width: 10em;

Forse breedte, zodat de skip-link goed opvalt.

Als eenheid wordt de relatieve eenheid em gebruikt, zodat de breedte mee verandert met de lettergrootte.

font-size: 1.5em;

Grote letter, ook weer in het kader van opvallen.

Als eenheid wordt de relatieve eenheid em gebruikt, omdat bij gebruik van een absolute eenheid zoals px niet alle browsers de lettergrootte kunnen veranderen. Zoomen kan wel altijd, ongeacht welke eenheid voor de lettergrootte wordt gebruikt.

(In dit geval maakt het trouwens weinig uit, omdat de letter al behoorlijk groot is. Maar het gebruik van relatieve maten voor lettergroottes is een goede gewoonte.)

line-height: 5em;

Regelhoogte. Tekst wordt normaal genomen automatisch in het midden van de regelhoogte gezet, waardoor de tekst netjes verticaal wordt gecentreerd.

Omdat geen hoogte is opgegeven voor #skippy, is dit tevens de hoogte van #skippy.

Als eenheid wordt de relatieve eenheid em gebruikt, omdat bij gebruik van een absolute eenheid zoals px de regelhoogte niet mee verandert met de lettergrootte. Zoomen kan wel altijd, ongeacht welke eenheid voor de regelhoogte wordt gebruikt.

text-align: center;

Tekst horizontaal centreren.

border: red solid 3px;

Rode rand rondom de link.

position: absolute;

Om de skip-link op de juiste plaats neer te kunnen zetten.

Er wordt gepositioneerd ten opzichte van de eerste voorouder die zelf is gepositioneerd. Als die er niet is, zoals hier het geval is, wordt gepositioneerd ten opzichte van het venster van de browser.

Een <a> is van zichzelf een inline-element. Daardoor kunnen eigenschappen als breedte niet worden gebruikt. Door de link absoluut te positioneren verandert deze in een soort blok-element, waardoor dit soort eigenschappen wel gebruikt kunnen worden.

top: 20px;

20 px vanaf de bovenkant van het venster van de browser.

left: -20000px;

Ver links buiten het scherm parkeren, zodat hij normaal genomen onzichtbaar is. Alleen als de Tab-toets wordt ingedrukt en de link focus krijgt, wordt de link op het scherm geplaatst en zichtbaar. Dat gebeurt gelijk hieronder bij #skippy:focus.

Je zou de link ook met display: none; kunnen verbergen, maar dan negeert de Tab-toets de link volledig en kan de link geen focus krijgen.

z-index: 50;

Om zeker te zijn dat de skip-link altijd zichtbaar is (als hij binnen het scherm wordt gezet) en niet onder 'n ander element verdwijnt, krijgt de link een vrij hoge z-index.

Een z-index werkt alleen in sommige omstandigheden, zoals bij een gepositioneerd element. Iets hierboven is het element absoluut gepositioneerd, dus dat is geregeld.

#skippy:focus

Voor dit element is eerder css opgegeven. Deze wordt binnen dit blokje herhaald in de volgorde, waarin deze in de stylesheet staat, zodat alles hier overzichtelijk bij elkaar staat.

#skippy {background: white; color: black; width: 10em; height: 5em; font-size: 1.5em; line-height: 5em; text-align: center; border: red solid 3px; position: absolute; top: 20px; left: -20000px; z-index: 50;}

Als het element met id="skippy" focus heeft. #skippy is een skip-link, waarmee in één keer het menu kan worden gepasseerd en gelijk naar de belangrijkste inhoud van de pagina kan worden gegaan.

left: 100px;

Iets hierboven bij #skippy is de skip-link met left: -20000px; links buiten het scherm geparkeerd. Als de link door het indrukken van de Tab-toets focus heeft gekregen, wordt de link binnen het scherm gezet op 100 px van de linkerkant van het venster van de browser.

h1

Alle <h1>'s. Dat is er maar eentje: de belangrijkste kop op de pagina.

De <h1> binnen de <nav> is speciaal voor schermlezers aangebracht, zodat deze kunnen voorlezen, waarvoor de navigatie is bedoeld.

(Normaal genomen zal op een pagina een kop voor de hele pagina staan. In dat geval wordt dat de <h1>, en wordt de <h1> binnen de <nav> een <h2>, of nog lager. Maar in dit voorbeeld is geen paginatitel aanwezig. Daarom is de kop binnen de <nav> de hoogste en wordt dit een <h1>.)

position: absolute;

Om de <h1> op de juiste plaats neer te kunnen zetten. Er wordt gepositioneerd ten opzichte van de eerste voorouder die zelf een positie heeft. Als die er niet is, zoals hier het geval is, wordt gepositioneerd ten opzichte van het venster van de browser.

left: -20000px;

Ver links buiten het scherm parkeren, zodat de kop onzichtbaar is.

Deze kop is alleen van belang voor schermlezers. Dat de tekst ver buiten het scherm staat, maakt niets uit: de tekst wordt gewoon voorgelezen.

Je zou de tekst ook kunnen verbergen met iets als display: none; of visibility: hidden;, maar dan negeren ook schermlezers de tekst.

ul

Alle ongeordende lijsten. Dat is er hier maar eentje: de <ul> waar de links met de afbeeldingen in staan.

display: flex;

Hiermee wordt de <ul> in een zogenaamde 'flex container' veranderd. Dit maakt het veel makkelijker om de directe kinderen van dit element, de 'flex items', netjes verdeeld binnen het venster van de browser neer te zetten.

Oudere browsers ondersteunen flexbox niet en negeren daarom deze regel. De kinderen van de <ul> zijn <li>'s en komen daarom, als blok-element, op een nieuwe regel te staan. Om dit te voorkomen wordt iets hieronder bij li float: left; aan deze <li>'s opgegeven. Hierdoor staan ze ook in oudere browsers niet onder, maar naast elkaar.

(In sommige van die oudere browsers is een verouderde versie van flexbox geïmplementeerd. Die bevat echter zoveel bugs, dat alleen gediplomeerde masochisten die gebruiken.)

flex-wrap: wrap;

Standaard worden kinderen van een flex container naast elkaar gezet. Als die kinderen te breed zijn, worden ze verkleind, of moet je horizontaal scrollen. Met deze regel worden de kinderen, als er te weinig ruimte is, niet naast maar onder elkaar gezet.

justify-content: space-around;

Hiermee wordt de horizontale verdeling van de flex items – de directe kinderen van de <ul> – geregeld. Beide <li>'s met de afbeeldingen zullen meestal smaller zijn dan de beschikbare ruimte. De overblijvende vrije ruimte wordt automatisch verdeeld: 25% links van de linker-<li>, 50% tussen beide <li>'s, en 25% rechts van de rechter-<li>.

Verder hoef je hier niets voor te doen: flexbox verdeelt de overblijvende ruimte automatisch. Als het browservenster smaller of breder wordt, worden de tussenruimtes automatisch aangepast.

Afbeelding 4
Afbeelding 4: met een simpel justify-content: space-around; wordt de overblijvende ruimte automatisch gelijk verdeeld over de twee <li>'s met de afbeeldingen. De zwarte rand geeft de grootte van de <ul>, de flex container, aan. Normaal genomen is de <ul> onzichtbaar.
width: 770px;

Breedte.

max-width: 100%;

Normaal genomen wordt een blok-element zoals een <ul> automatisch even breed als z'n ouder. Die ouder is hier <nav>. Een breedte in procenten is normaal genomen ten opzichte van de ouder van het element. Met deze regel wordt de breedte van de <ul> beperkt tot maximaal de volle breedte van <nav>.

<nav> is een blok-element. Een blok-element wordt normaal genomen automatisch even breed als z'n ouder. De ouder van <nav> is <body>, ook weer een blok-element. Ook <body> wordt hierdoor normaal genomen automatisch weer even breed als z'n ouder <html>. Omdat <html> het buitenste element is, wordt dit normaal genomen even breed als het venster van de browser. Uiteindelijk wordt de <ul> dus nooit breder dan maximaal de breedte van het venster, ongeacht hoe breed dit is.

list-style: none;

De gebruikelijke balletjes en dergelijke van een <ul> zijn hier niet welkom.

margin: 20px auto 0;

Omdat voor links geen waarde is ingevuld, krijgt links automatisch dezelfde waarde als rechts. Hier staat dus eigenlijk 20px auto 0 auto in de volgorde boven – rechts – onder – links.

Aan de bovenkant een kleine marge van 20 px, aan de onderkant geen marge.

Links en rechts auto, wat hier hetzelfde betekent als evenveel. De <ul> staat hierdoor altijd horizontaal gecentreerd binnen z'n ouder <nav>, ongeacht de breedte van <nav>.

Omdat <nav> even breed is als het venster van de browser, zoals iets hierboven bij max-width: 100%; beschreven, staat de <ul> horizontaal gecentreerd binnen het venster, ongeacht hoe breed dit is. En om dat de <li>'s met de afbeeldingen weer netjes over de <ul> zijn verdeeld, zijn die hierdoor ook netjes over het venster verdeeld.

padding: 0;

<ul>'s hebben in verschillende browsers een verschillende padding. Weg ermee.

li

Alle lijst-items. Dat zijn er hier twee: eentje voor elke link met afbeelding.

float: left;

Een <li> is een blok-element en wordt daarom normaal genomen op een nieuwe regel gezet. Maar de <ul>, waar deze <li>'s in zitten, is bij ul met display: flex; in een flex container veranderd. Daarmee zijn de directe kinderen van de <ul> – dat zijn de twee <li>'s – in flex items veranderd. En flex items worden niet op een nieuwe regel gezet.

Oudere browsers kennen flexbox niet en negeren al dat soort dingen. Voor die browsers is deze regel bedoeld: nu blijven ook in die browsers de <li>'s naast elkaar staan. Pas als er het venster van de browser te smal is om er twee naast elkaar te zetten, komt de tweede <li> op de volgende regel te staan. Net als bij flexbox.

Omdat float binnen een flex container wordt genegeerd, heeft dit verder geen enkele invloed op browsers die flexbox wel ondersteunen.

margin: 20px;

Aan alle kanten een marge van 20 px.

Zoals bij justify-content iets hierboven bij ul beschreven, worden de <li>'s automatisch netjes verdeeld over het venster van de browser. Hierbij wordt ook rekening gehouden met een eventuele marge. Normaal genomen zou een blok-element zoals een <li> even breed als z'n ouder worden, maar bij flex items is dat niet zo.

In browsers die flexbox niet kennen, zou de <li> normaal genomen even breed worden als z'n ouder <ul>. Maar dat geldt niet voor gefloate elementen. Die worden niet breder dan nodig is om de inhoud ervan weer te geven. In de <li>'s zit een link, die hieronder bij nav a een breedte van 200 px krijgt en een border aan alle kanten van 1 px. Daarmee is de breedte van de inhoud 1 + 200 + 1 = 202 px, wat daarmee ook de breedte van de <li>'is.

Zowel bij flexbox als bij floaten zouden de <li>'s in browservensters met een breedte van 404 px (2 x 202 px) tegen elkaar aan komen te staan. En in iets bredere vensters zouden ze heel dicht bij elkaar komen te staan. Om dat te voorkomen, wordt een marge aan de <li>'s gegeven. Nu zit er altijd enige afstand tussen de <li>'s.

Hetzelfde geldt voor de marge aan de boven- en onderkant. Als de twee <li>'s niet meer naast elkaar passen, komen ze onder elkaar te staan. De marge aan boven- en onderkant zorgt dan voor wat afstand tussen de <li>'s.

nav a

Alle <a>'s binnen een <nav>. Dat zijn er hier maar twee: de links met de afbeeldingen.

background: white; Afbeelding 5: link zonder witte achtergrond toont wat eronder zit

Witte achtergrond.

Als over de link wordt gehoverd, of als deze focus heeft, verschuift de binnen de link zittende afbeelding. Omdat de link zelf niet verschuift, wordt hierdoor een deel van de achtergrond van de <a> zelf zichtbaar.

Als de <a> geen achtergrondkleur heeft, zie je de kleur van de achter de <a> zittende <body>. Op de afbeelding heeft de <a> geen achtergrondkleur. De afbeelding in de link is naar boven en links verschoven, waardoor onder en rechts van de afbeelding de beige achtergrondkleur van <body> zichtbaar is. Dit voorkom je door ook de <a> zelf een witte achtergrond te geven.

color: black;

Normaal genomen is tekst in een link gekleurd. Dat is hier niet nodig, dus wordt de voorgrondkleur – en daarmee de kleur van de tekst – gewoon zwart gemaakt.

(De tekst zie je alleen als je over 'n afbeelding hovert, als 'n link met 'n afbeelding focus heeft, of als de afbeelding om een of andere reden niet wordt weergegeven.)

display: block;

Een <a> is van zichzelf een inline-element. Daardoor kunnen eigenschappen als breedte en hoogte niet worden gebruikt. Door er een blok-element van te maken, kunnen die eigenschappen wel worden gebruikt.

width: 200px; height: 207px;

In de link zit een afbeelding. Bij hoveren over de link en als de link focus heeft, wordt deze afbeelding verschoven. De link zelf blijft gewoon op dezelfde plaats staan. De link heeft een witte achtergrond en een zwarte rand, die normaal genomen precies samenvallen met de afbeelding. Daarvoor moet de link precies even groot zijn als de afbeelding.

De in de link zittende afbeelding is 180 px breed en 187 px hoog. Omdat de afbeelding iets hieronder bij nav a img een padding van 10 px krijgt, komt daar aan alle kanten nog 10 px bij. Dat levert een breedte van 200 px en een hoogte van 207 px op. Dat is dus ook de grootte die de link moet krijgen.

text-decoration: none;

Tekst in een link wordt normaal genomen onderstreept. Dat is hier bij het woord 'Pappie', dat bij hoveren over of focus van de link verschijnt, ongewenst.

Wat wel of niet wordt onderstreept binnen een link, is wat ingewikkeld. Als een <a> gewoon is onderstreept, kun je die onderstreping in principe bij kinderen van de <a> niet weghalen. 'Pappie' staat in een <span>, die een kind is van de <a>. Als je bij die <span> text-decoration: none; opgeeft, wordt dat genegeerd: 'Pappie' wordt gewoon onderstreept.

Tot zover is het redelijk simpel. Echter, absoluut gepositioneerde nakomelingen van de <a> worden niet onderstreept. En die <span> is absoluut gepositioneerd. Oftewel: 'Pappie' wordt hoe dan ook niet onderstreept. Waardoor deze regel dus overbodig wordt.

Maar in ieder geval in het verleden is dit niet in alle browsers goed geïmplementeerd. Bovendien is de specificatie wat onduidelijk en lijkt level 3 van de betreffende specificatie niet helemaal hetzelfde als level 2. (Bovendien is level 3 zo geschreven dat nauwelijks is te begrijpen wat er wordt bedoeld. Dan kan aan mij liggen, maar meestal zijn specificaties toch wel te begrijpen.)

Voor de zekerheid wordt daarom de onderstreping gewoon voor de hele <a> verwijderd. Dan is 'Pappie' hoe dan ook niet onderstreept, ook niet in browsers waarin dit verkeerd is geïmplementeerd.

De teksten in de eerste <span> binnen de link 'Pappie voor de koffie' en 'Pappie na de borrel' worden later bij nav a span:first-of-type weer onderstreept. Als de afbeelding om een of andere reden niet wordt weergegeven, zie je die tekst, en dat lijkt door de onderstreping wat meer op een gewone link.

border: black solid 1px;

Randje.

Omdat om de afbeelding ook een randje staat, moet ook om de <a> een randje komen te staan. Anders zie je bij verschuiven van de afbeelding alleen een witte achtergrond zonder randje, wat niet mooi is.

border-radius: 15px;

Ronde hoeken. Omdat maar één maat is opgegeven, zijn alle vier de hoeken horizontaal en verticaal 15 px breed en hoog. Dit levert cirkelvormige hoeken op.

position: relative;

Om nakomelingen van de <a> te kunnen positioneren ten opzichte van de <a>, moet de <a> zelf een positie hebben. Omdat er verder niets wordt opgegeven voor top en dergelijke, heeft dit geen enkele invloed op de <a> zelf.

html.met-script nav a

Voor deze elementen is eerder css opgegeven. Deze wordt binnen dit blokje herhaald in de volgorde, waarin deze in de stylesheet staat, zodat alles hier overzichtelijk bij elkaar staat.

nav a {background: white; color: black; display: block; width: 200px; height: 207px; text-decoration: none; border: black solid 1px; border-radius: 15px; position: relative;}

Alle <a>'s binnen een <nav>, maar alleen als het <html>-element class 'met-script' heeft. Er zijn hier twee <a>'s: de links met de afbeeldingen.

De class 'met-script' wordt door het JavaScript toegevoegd aan <html>, maar dat gebeurt – uiteraard – alleen als JavaScript aanstaat. Als JavaScript uitstaat, heeft <html> dus niet de class 'met-script' en werkt de bij deze selector staande css niet.

outline: none;

Sommige mensen gaan niet met de muis naar links, tekstvelden, knoppen, en dergelijke, maar met de Tab-toets. Vanwege een handicap, of omdat dat soms gewoon veel sneller werkt dan de muis. Het element dat wordt bezocht, heeft focus. Een tekstveld kan worden bewerkt, een knop ingedrukt met de Spatiebalk, een link kan worden gevolgd door het indrukken van Enter.

Afbeelding 6: link met focus en outline is foelelijk

Om te zorgen dat duidelijk is, welk element focus heeft, wordt hieromheen een kadertje gezet. Dat kadertje moet je nooit zomaar weghalen, want dan weten gebruikers van de Tab-toets niet, welk element focus heeft. En welke link dus bijvoorbeeld wordt gevolgd bij het indrukken van Enter.

Als JavaScript aanstaat, verschuift de afbeelding in de link, als de link focus heeft. Daardoor is duidelijk, welke link focus heeft. Het kadertje is daarmee overbodig.

Op de afbeelding is het kadertje in Google Chrome op Linux te zien: foeilelijk. Hoe het kadertje er precies uitziet en waar het precies komt te staan, verschilt per browser. Maar wat ze gemeenschappelijk hebben: het is foeilelijk. Daarom wordt het kadertje weggehaald.

Als JavaScript echter uitstaat, verschuift de afbeelding niet. Je kunt dan niet zien, welke link focus heeft. Daarom wordt het kadertje alleen weggehaald, als JavaScript aanstaat, als <html> de class 'met-script' heeft.

Het kadertje is niets meer dan een simpele outline en kan dus eenvoudig worden weggehaald.

nav a img

Alle afbeeldingen die binnen een link zitten, di weer binnen een <nav> zit. Dat zijn hier de twee afbeeldingen met de aap.

background: white; Afbeelding 7: tekst zichtbaar omdat afbeelding geen achtergrond heeft

Witte achtergrond.

De afbeelding heeft een doorzichtige achtergrond. Het lijkt alsof de afbeelding een witte achtergrond heeft, maar dat is niet zo. Het wit is de achtergrondkleur van de link, waar de afbeelding in zit.

Als de afbeelding geen achtergrondkleur krijgt, is daardoor de tekst voor schermlezers door de afbeelding heen te zien, zoals op de afbeelding is te zien.

border: black solid 1px;

Zwart randje.

border-radius: 15px;

Ronde hoeken. Omdat maar één maat is opgegeven, zijn alle vier de hoeken horizontaal en verticaal 15 px breed en hoog. Dit levert cirkelvormige hoeken op.

padding: 10px;

Het is niet mooi, als de zwarte rand pal tegen de afbeelding staat. Met wat padding wordt dat verholpen. Omdat de achtergrondkleur doorloopt onder de padding, wordt ook de padding wit.

position: relative;

De afbeelding zit in een link, die bij nav a precies even groot is gemaakt als de afbeelding (plus 10 px voor de padding aan alle kanten van de afbeelding). De afbeelding (met de padding) vult dus exact de hele link.

Maar rondom de afbeelding zit een border van 1 px breed, net als rondom de link. Hierdoor komt de afbeelding 1 px te laag en 1 px te veel naar rechts te staan. De afbeelding wordt immers, met border en al, netjes tegen de boven- en linkerkant van de link gezet.

De border van de link speelt daarbij niet mee: de afbeelding met de om de afbeelding zittende border wordt binnen de link gezet, niet binnen de border rondom de link.

Afbeelding 8: rand rondom afbeelding is gedeeltelijk te dik

Hierdoor komen border van link en afbeelding aan de linker- en bovenkant naast elkaar te staan, niet over elkaar heen. Daardoor wordt de border aan de linker- en bovenkant 2 px breed in plaats van 1 px.

Op de afbeelding is de border sterk vergroot, waardoor duidelijk het verschil in dikte tussen de border aan de linker- en aan de onderkant is te zien: de linkerborder is twee keer zo dik als de border aan de onderkant.

Door de afdeling relatief te positioneren, kunnen met behulp van de regel gelijk hieronder de borders over elkaar heen worden gezet.

(Aan de onderkant staan de border van link en afbeelding ook niet over elkaar heen, maar dat zie je niet. Omdat de afbeelding 1 px lager staat dan de link, zie je aan de onderkant alleen de border van de afbeelding. Hetzelfde geldt voor de rechterkant.)

top: -1px; left: -1px;

Afbeelding 1 px omhoog en 1 px naar rechts zetten, zodat de borders van de afbeelding en van de link over elkaar heen vallen, zoals gelijk hierboven uitgebreider is beschreven.

transition: box-shadow 0.2s 0.1s, top 0.4s ease-out, left 0.6s ease-out 0.2s;

Gelijk hierboven is met top: -1px; left: -1px; een kleine verplaatsing opgegeven. Ook voor box-shadow is een waarde aanwezig, hoewel dat zelfs nog niet eens is genoemd. Veel eigenschappen hebben een standaardwaarde die wordt gebruikt, als geen andere waarde is opgegeven. Als je in het ontwikkelgereedschap van de browser álle eigenschappen zichtbaar maakt, zie je daar box-shadow: none; staan.

Oftewel: of je het nu zelf hebt opgegeven of niet, bij img zijn de eigenschappen box-shadow: none; top: -1px; left: -1px; aanwezig.

Bij html.met-script:not([class ~= "aanraking"]) nav a:hover img... wordt dit veranderd in box-shadow: 9px 15px rgba(200, 200, 200, 0.8); top: -40px; left: -15px; de afbeelding wordt 40 px naar boven en 15 px naar links verschoven en krijgt een schaduw, als over de link wordt gehoverd of als de link focus krijgt.

De eigenschap transition zorgt ervoor dat die verandering niet in één keer plaatsvindt, maar geleidelijk. Als top van -1 px wordt veranderd naar -40 px, vindt die verandering geleidelijk aan plaats: geleidelijk van -1px naar -40px.

Er worden drie eigenschappen veranderd: box-shadow, top en left. De eigenschappen worden gezamenlijk opgegeven achter transition, gescheiden door een komma. Hierdoor kan elk van de drie eigenschappen een eigen vertraging aan het begin, een eigen snelheid en een eigen verloop van de verandering krijgen. Dat geeft de mogelijkheid om de beweging naar boven anders te laten verlopen dan de beweging naar links, waardoor je 'n meer vloeiende verschuiving krijgt. Ook het verschijnen van de schaduw kan worden aangepast.

(Je kunt de te veranderen eigenschappen, vertraging, en dergelijke ook volledig apart opgeven met behulp van transition-property, transition-delay, en dergelijke, maar het is veel duidelijker om de te veranderen eigenschap, vertraging, en dergelijke bij elkaar te houden.)

De drie eigenschappen top, left en box-shadow apart:

box-shadow 0.2s 0.1s: als er twee tijden zijn opgegeven, zoals hier het geval is, geeft de eerste tijd de tijdsduur van de verandering aan en de tweede tijd de vertraging aan het begin. De schaduw wordt in 0,2 seconde opgebouwd, maar met aan het begin een vertraging van 0,1 seconde (met 'n punt voor de decimalen, want css gebruikt de Amerikaanse notatie).

Deze kleine aanpassingen zorgen ervoor dat de schaduw door de beweging lijkt te ontstaan. Zonder deze aanpassingen knalt de schaduw in één keer tevoorschijn. Hoe kort deze tijden ook zijn, ze hebben 'n duidelijk merkbaar effect.

top 0.4s ease-out: als er maar één tijd staat, zoals hier 0,4 seconde, geeft die de tijdsduur aan: 0,4 seconde. De verschuiving van -1px naar -40px duurt 0,4 seconde.

Het sleutelwoord ease-out geeft het verloop van de beweging aan. Er is een aantal sleutelwoorden voor veel voorkomende verlopen en wiskunde-genieën kunnen zich uitleven met een heuse wiskundige functie, waarmee je de wildste verlopen kunt bedenken. ease-out wil zeggen: in een normaal tempo beginnen en aan het eind iets vertragen.

left 0.6s ease-out 0.2s: de eerste tijd geeft weer de tijdsduur aan: 0,6 seconde om van -1px naar -15 px te gaan.

ease-out geeft weer het verloop aan: in een normaal tempo beginnen en aan het eind iets vertragen.

Hier is een tweede tijd aanwezig. Een tweede tijd geeft de vertraging aan het begin aan: 0,2 seconde. De verschuiving naar links begint pas na 0,2 seconde.

Hoe heb ik bovenstaande waarden gevonden? In alle bescheidenheid: het valt gewoon niet te ontkennen ik een wiskundig genie ben. Bovendien ben ik in het bezit van een uiterst nauwkeurige atoomklok en zintuigen, waarvan Batman, Einstein, de Dalai Lama en Guust Flater slechts konden dromen: het verschil tussen 0,2 en 0,205 seconde is geen enkel probleem voor mijn ogen.

De wiskunde die hierbij komt kijken is dermate ingewikkeld, dat die niet is uit te leggen aan gewone stervelingen.

Oké, bij dat niet kunnen uitleggen speelt mogelijk nog iets een heel kleine bijrol: ik begrijp zelf geen jota van die wiskundige mogelijkheden bij transition . Gelukkig kun je er zonder dat begrijpen prima mee werken en een gelukkig en tevreden leven leiden: gewoon de sleutelwoorden gebruiken. Zoals vrijwel elke échte expert bij transition ook aanraadt.

Oftewel: deze waarden zijn gevonden door gewoon te spelen. Mocht je ingewikkelder dingen willen uitproberen, dan zijn op de pagina met links onder het kopje CSS → Online uitproberen, code genereren en dergelijke sites te vinden, waarop je gereedschap vindt om je te helpen met de meer ingewikkelde onderdelen van transition. (Als je 'Alles' uitvinkt, kun je 'Transition' aanvinken en krijg je alleen sites met gereedschap voor transition te zien.)

transition brengt een geheel eigen risico met zich mee. In de specificatie staat, welke eigenschappen met behulp van transition kunnen veranderen. Je kunt eventueel bij transition opgeven, voor welke eigenschappen het geldt. Als je bijvoorbeeld top en left beide wilt veranderen bij :checked, kun je bijvoorbeeld aangeven dat de geleidelijke verandering met behulp van transition alleen voor top geldt. left verandert dan gewoon in één keer.

Als je niet opgeeft, voor welke eigenschappen transition geldt, geldt het voor álle eigenschappen die bij :hover, :focus, :checked, en dergelijke worden veranderd. Als daar 'n eigenschap bij zit die op dit moment niet door transition kan worden vertraagd, verandert die gewoon in één keer. Maar als de specificatie of een van de browsermakers de geest krijgt en plotsklaps die eigenschap ook onder transition laat vallen, kan dat tot heel onverwachte resultaten leiden.

Stel dat je een bepaalde eigenschap heel traag wilt veranderen bij :hover en een andere eigenschap flitsend snel. Mogelijk wordt dat flitsend snel dan opeens ook heel traag, als transition in de toekomst die eigenschap ook gaat ondersteunen. Daarom moet je absoluut zeker weten dat ook in de toekomst geen problemen kunnen ontstaan. Bij twijfel: geef aan welke eigenschap(pen) transition mag aansturen.

In dit voorbeeld speelt dit risico niet, omdat bij transition de afzonderlijke eigenschappen zijn opgegeven, waarvoor transition geldt. Daardoor blijft transition, wat er eventueel ooit nog gaat veranderen, hoe dan ook alleen voor deze drie eigenschappen gelden.

nav a span:first-of-type

In elke <a> zitten twee <span>'s, die een direct kind van de <a> zijn.

Kinderen van dezelfde ouder kunnen worden geteld, net zoals dat bij kinderen uit een gezin het geval is: eerste kind, tweede kind, derde kind, enzovoort. Je kunt ook alleen 'n bepaald soort element tellen, net zoals je alleen kinderen van jonger of ouder dan zes jaar kunt tellen. Met de selector :nth-of-type() worden alleen elementen van een bepaald soort geteld. Omdat het vaak voorkomt dat je het eerste element van 'n bepaald type wilt hebben, heeft dat een aparte selector: :first-of-type.

nav a: alle <a>'s binnen een <nav>. Dat zijn er hier twee: de twee links met de afbeeldingen.

span: alle <span>'s binnen nav a.

:first-of-type: het element met een bepaald volgnummer. In dit geval wordt geen volgnummer gebruikt, maar een speciaal voor het eerste element bedoelde selector: :first-of-type. Voor alle latere elementen gebruik je 'n soortgelijke selector, maar dan met een volgnummer: :nth-of-type(). Tussen de haakjes komt het volgnummer. :nth-of-type(1) is precies hetzelfde als :first-of-type, maar de laatste is wat mensvriendelijker.

Omdat voor :first-of-type (of voor latere elementen :nth-of-type()) een span staat, worden alleen <span>'s geteld. Als binnen nav a 327 <p>'s zitten, tellen die niet mee. Hadden ze maar 'n <span>moeten zijn.

In normale mensentaal: elke eerste <span> binnen nav a. Dit zijn de <span>'s, waarbinnen de voor schermlezers bedoelde tekst 'Foto's van pappie voor de koffie' of 'Foto's van pappie na de borrel' zit.

text-decoration: underline;

Bij nav a is de onderstreping in de link weggehaald. Waarom dat is gedaan, wordt daar uitgebreid beschreven.

Maar ook als de onderstreping niet was weggehaald, zou deze <span> – als het goed is – niet onderstreept worden, want absoluut gepositioneerde nakomelingen van een <a> worden niet onderstreept. En deze <span> wordt gelijk hieronder absoluut gepositioneerd.

Als de afbeelding om een of andere reden niet wordt getoond, wordt deze tekst zichtbaar. Door de tekst te onderstrepen is duidelijker dat het hier om een link gaat.

position: absolute; Afbeelding 9: afbeelding staat niet over, maar onder de tekst

In de html staat de <img> onder de <span> met de tekst. Normaal genomen wordt de afbeelding dan niet bovenop de <span> met de tekst, maar eronder gezet, zoals op de afbeelding is te zien: de <span> schuift de afbeelding een eind naar beneden.

Door de <span> absoluut te positioneren, wordt deze genegeerd door de andere elementen. Wat de <img> betreft bestaat de hele <span> niet, waardoor de <img> bovenin de link komt te staan, over de <span> met de tekst heen. Nu is de tekst niet zichtbaar en staat de afbeelding op de juiste plaats.

right: 15px; left: 15px;

Bij nav a zijn de hoeken van de link met border-radius: 15px; afgerond. Hetzelfde is met de afbeelding gebeurd bij nav a img. Maar de <span> binnen de link houdt daar geen rekening mee, die wordt gewoon tegen de zijkant van de link gezet, alsof er geen ronde hoeken zijn.

Daardoor wordt in de linkerbovenhoek een stukje van de tekst in de <span> zichtbaar. Als de afbeelding bij focus van of hoveren over de link wordt verschoven, wordt in de rechterbovenhoek een stukje van de tekst zichtbaar.

Door de <span> 15 px van rechts en 15 px van links neer te zetten, wordt dat voorkomen. Er wordt gepositioneerd ten opzichte van de eerste voorouder die zelf een positie heeft. Dat is de <a>, waarin de <span> zit, want die is bij nav a relatief gepositioneerd.

nav a span:last-of-type

In elke <a> zit 'n <span> met de tekst 'Pappie'. Deze tekst wordt zichtbaar, als de afbeelding wordt verschoven.

De selector werkt precies hetzelfde als voor de eerste <span> bij nav a span:first-of-type, alleen is de selector :first-of-type vervangen door :last-of-type. Het gaat hier niet om de eerste <span>, maar om de laatste <span> in beide <a>'s.

De selector :last-of-type kan onverwachte bijwerkingen hebben. Als een <span> wordt toegevoegd na de huidige laatste <span>, geldt deze selector opeens voor de nieuw toegevoegde <span>, want die is nu de laatste.

Aan de andere kant blijft deze <span> de laatste, als er voor deze <span> nieuwe <span>'s worden ingevoegd. Kortom: een handige selector, als je vrij zeker weet dat deze <span> altijd de laatste blijft.

font-size: 1.9em;

Grote letter.

Als eenheid wordt de relatieve eenheid em gebruikt, omdat bij gebruik van een absolute eenheid zoals px niet alle browsers de lettergrootte kunnen veranderen. Zoomen kan wel altijd, ongeacht welke eenheid voor de lettergrootte wordt gebruikt.

(In dit geval maakt het trouwens weinig uit, omdat de letter al behoorlijk groot is. Maar het gebruik van relatieve maten voor lettergroottes is een goede gewoonte.)

text-align: center;

Tekst horizontaal centreren.

position: absolute;

Om de <span>, en daarmee de erin zittende tekst, op de juiste plaats neer te kunnen zetten. Er wordt gepositioneerd ten opzichte van de eerste voorouder die zelf een positie heeft. Dat is de <a>, waarin de <span> zit, want die is bij nav a relatief gepositioneerd.

right: 0;

Een <span> is van zichzelf een inline-element en wordt daarom niet breder dan nodig is, om de erin zittende tekst weer te geven. Dat betekent in dit geval dat 'Pappie' helemaal links in de <a> komt te staan. Omdat de <span> niet breder is dan het woord 'Pappie', heeft het horizontaal centreren van de tekst – zoals iets hierboven is gedaan – geen nut.

Gelijk hierboven is de <span> absoluut gepositioneerd. Daardoor verandert de <span> in een soort blok-element, en een blok-element wordt normaal genomen even breed als z'n ouder. Maar niet als het blok-element absoluut is gepositioneerd, want dan wordt het niet breder dan nodig is om de inhoud weer te geven.

Oftewel: hoe je het ook draait of keert, de <span> is niet breder dan het woord 'Pappie'.

Met right: 0; wordt de <span> tegen de rechterkant van de <a> gezet. Maar daarmee is de <span> nog steeds niets breder dan het woord 'Pappie'. Het enige effect is dat 'Pappie' nu rechts in de <a> staat.

Daarom wordt iets hieronder ook nog left: 0; opgegeven. De <span> loopt nu van helemaal links tot helemaal rechts in de <a>. En omdat de <span> nu even breed is als de <a>, heeft het horizontaal centreren van 'Pappie' nu wel effect.

(Dit kan trouwens op allerlei manieren worden opgelost, maar omdat hierboven de <span> toch al absoluut is gepositioneerd, kan het simpel op deze manier.)

bottom: 0;

In elke <a> zitten twee <span>'s. Normaal genomen zou deze tweede <span> onder de eerste <span> komen te staan. Die eerste <span> is echter bij nav a span:first-of-type absoluut gepositioneerd, waardoor deze wordt genegeerd. Deze tweede <span> met 'Pappie' zou hierdoor helemaal bovenin de <a> komen te staan. Dat is veel te hoog.

Met deze regel wordt de <span> met 'Pappie' onderin de <a> gezet, waardoor deze zichtbaar wordt, als de afbeelding verschuift.

left: 0;

Nodig om de <span> breed genoeg te maken. Een uitgebreider verhaal staat iets hierboven bij right: 0;.

z-index: 0;

Dit is alleen nodig, om de werking van transition gelijk hieronder mogelijk te maken. De uitleg staat hieronder bij transition.

transition: z-index 0s 0.3s;

Hier gelijk boven heeft z-index de waarde 0 gekregen. Bij html.met-script:not([class ~= "aanraking"]) nav a:hover span:last-of-type ... krijgt z-index de waarde 10 bij focus van of hoveren over de link, waar de <span> in zit.

Normaal genomen gaat zo'n verandering bliksemsnel, maar transition zorgt er hier voor dat de z-index niet gelijk naar die nieuw waarde wordt veranderd, maar pas na een vertraging.

Omdat achter transition de eigenschap z-index is ingevuld, werkt transition alleen voor z-index. Als je geen eigenschap invult achter transition, werkt het voor álle eigenschappen die veranderen bij :hover, :focus, :checked, en dergelijke.

Er zijn twee tijden opgegeven: 0 seconde en 0,3 seconde (met 'n decimale punt, want in css wordt de Amerikaanse notatie van decimalen gebruikt). De eerste tijd geldt altijd voor de tijdsduur van de verandering. Die is hier 0 seconde, oftewel: bliksemsnel. Zoals het ook zonder transition gaat.

Als er echter een tweede tijd is opgegeven, is dat de tijdsduur van de vertraging voor de verandering begint. Dat is hier 0,3 seconde.

Waarom is dit hele gedoe nodig?

Afbeelding 10: tekst staat gedeeltelijk onder schaduw

Als de afbeelding wordt verschoven, komt deze boven de <span> met de tekst te staan en wordt 'Pappie' zichtbaar. Maar de afbeelding krijgt bij het verschuiven ook een doorzichtige schaduw. Deze schaduw staat gedeeltelijk over 'Pappie', waardoor de bovenste helft van 'Pappie' gedeeltelijk wegvalt.

Door de <span> met 'Pappie' een hogere z-index te geven als de afbeelding verschuift, komt de <span> en daarmee 'Pappie' boven de schaduw te staan. Maar als dat gelijk zou gebeuren, zonder vertraging, is de afbeelding nog niet verschoven. 'Pappie' knalt dan, zodra over de link wordt gehoverd of als deze focus heeft, gelijk tevoorschijn. Nog voordat de afbeelding is verschoven.

Door de z-index pas na 0,3 seconde te verhogen, blijft de afbeelding die eerste 0,3 seconde boven de <span> met 'Pappie' staan. Na 0,3 seconde is de afbeelding zo ver verschoven, dat 'Pappie' op een veel natuurlijker wijze zichtbaar lijkt te worden. 'Lijkt', want het hangt – zoals vaak bij dit soort effecten – van gezichtsbedrog aan elkaar.

visibility: hidden;

De verschuiving van de afbeelding bij focus van of hoveren over de link wordt uitgesmeerd over 0,6 seconde. Als de afbeelding weer naar z'n originele positie teruggaat, duurt dat ook 0,6 seconde. (Je kunt dat teruggaan wel versnellen, maar dat gebeurt hier niet, want dat is niet mooi.)

De <span> met 'Pappie' komt pas na een vertraging van 0,3 seconde boven de afbeelding te staan, zoals hier gelijk boven is beschreven. Maar bij teruggaan geldt die verandering ook: gedurende 0,3 seconde blijft 'Pappie' boven de afbeelding staan, terwijl die al voor 'n groot deel is teruggezet.

Daarom is de <span> met 'Pappie' normaal genomen onzichtbaar. Alleen bij hoveren over of focus van de link wordt de <span> bij html.met-script:not([class ~= "aanraking"]) nav a:hover span:last-of-type ... zichtbaar gemaakt. Omdat dit zonder vertraging gebeurt, wordt de <span> ook weer direct onzichtbaar, zodra niet meer over de link wordt gehoverd, of zodra deze geen focus meer heeft.

html.met-script:not([class ~= "aanraking"]) nav a:hover img, html.met-script:not([class ~= "aanraking"]) nav a:focus img

Voor deze elementen is eerder css opgegeven. Deze wordt binnen dit blokje herhaald in de volgorde, waarin deze in de stylesheet staat, zodat alles hier overzichtelijk bij elkaar staat.

nav a img {background: white; border: black solid 1px; border-radius: 15px; padding: 10px; position: relative; top: -1px; left: -1px; transition: box-shadow 0.2s 0.1s, top 0.4s ease-out, left 0.6s ease-out 0.2s;}

Haal even diep adem, ga uit het raam hangen en roep keihard tien minuten: "Ik kan dit begrijpen". Als je dan weer thuis bent uit de kliniek, kun je fris, vrolijk en uitgerust aan de ontcijfering van deze selectors beginnen.

Deze selector zorgt ervoor, uiteraard samen met de css bij deze selector, dat de afbeelding verschuift en een schaduw krijgt bij hoveren over de <a>, of als de <a> focus heeft.

Om te beginnen gaat het hier om twee selectors, die vrijwel hetzelfde zijn. Eentje voor en eentje na de komma. Dat maakt het gelijk half zo ingewikkeld.

Beide selectors beginnen met hetzelfde stukje: html.met-script:not([class ~= "aanraking"]):

html: gewoon het element <html>. Dit wordt niet vaak gebruikt in een selector, maar het kan wel.

.met-script: het <html>-element moet de class 'met-script' hebben. Deze class wordt automatisch door het JavaScript toegevoegd aan <html>, als JavaScript aanstaat. Oftewel: als JavaScript uitstaat, wordt de css bij deze selector niet uitgevoerd, want dan ontbreekt 'met-script'.

:not([class ~= "aanraking"]): zoals hierboven beschreven moet de class 'met-script' wel aanwezig zijn, maar wat binnen de haakjes bij :not() staat, mag juist niet aanwezig zijn.

(): wat achter :not staat, moet altijd tussen haakjes staan. Tussen de haakjes staat, wat niet aanwezig mag zijn.

[]: hiermee wordt aangegeven, dat het om een 'attribuut' moet gaan: iets wat aan de betreffende html-tag is toegevoegd. In dit geval aan <html>. Een attribuut kan van alles zijn: een class, een id, een WAI-ARIA-code, van alles. Attribuut en dergelijke staan tussen de [].

class ~= "aanraking": dit is in dit geval het hierboven genoemde 'attribuut'.

<html> kan, net als elk element, meerdere classes hebben. Dat het hier om een 'class' gaat, geeft het eerste woord class aan.

De combinatie ~= wil zeggen dat het woord erna als apart woord aanwezig móét zijn. Dat is hier het woord 'aanraking'. Oftewel: de class 'aanraking' moet aanwezig zijn. En dan ook precies 'aanraking': 'handaanraking' is niet geldig, want dat is niet precies het losse woord 'aanraking'.

Maar omdat dit tussen de haakjes bij :not() staat, mag de class 'aanraking' juist niet aanwezig zijn bij <html>.

:not(class ~= "aanraking"]): de class 'aanraking' mag niet aanwezig zijn. Deze class wordt door het JavaScript toegevoegd aan <html>, als een touchscreen is aangeraakt. Hierdoor is een aanraking van hoveren te onderscheiden.

(Als de browser Pointerdown ondersteunt, gebeurt bovenstaande ook bij klikken op een gewoon scherm. Voor de werking van dit voorbeeld maakt dat verder niets uit.)

html.met-script:not([class ~= "aanraking"]): in <html> moet de class 'met-script' aanwezig zijn, maar de class 'aanraking' mag juist niet aanwezig zijn.

Omdat elke pagina per definitie begint met <html>, betekent dit dat deze selector in principe overal op de pagina kan werken. Het tweede deel van de selector, dat hierna volgt, bepaalt wanneer en voor welke elementen op de pagina deze selector daadwerkelijk gaat werken.

Als je <html> gebruikt in een selector, geldt die selector in principe voor álle pagina's, waaraan de stylesheet is gekoppeld. Dat kan ongewenste bijwerkingen hebben, als je niet alle pagina's hetzelfde wilt behandelen. In dit geval is dat risico niet zo groot, omdat de class 'met-script' aanwezig moet zijn. Als die class er niet is, werkt de selector gewoon niet.

Mocht dit wel problemen opleveren, dan kun je aan de <html> op de pagina's waar de selector moet werken gewoon nog 'n extra class of id toevoegen, zodat de selector alleen daar werkt, bijvoorbeeld: <html #id="hierzo">.

De bijbehorende selector zou dan worden:

html#hierzo.met-script:not([class ~= "aanraking"]) nav a:hover img

Nu werkt de selector alleen op pagina's, waar <html> de id 'hierzo' heeft.

Het plaatsen en verwijderen van de classes 'met-script' en 'aanraking' gebeurt met behulp van JavaScript. Met behulp hiervan kan een aanraking op een touchscreen worden herkend, waardoor de css bij deze selector niet werkt, als een touchscreen wordt aangeraakt. Bij hoveren met de muis, of als een element focus krijgt, kan de css bij de selector eventueel wel werken, ook op een touchscreen. Dat is afhankelijk van de rest van de selector.

Dit onderscheid is nodig, omdat vooral hoveren op touchscreens tot grote problemen kan leiden. Een veel uitgebreider verhaal over hoe dit werkt en over de problemen op touchscreens is te vinden bij Achterliggend idee.

(Als de browser Pointerdown ondersteunt, gebeurt bovenstaande ook bij klikken op een gewoon scherm. Voor de werking van dit voorbeeld maakt dat verder niets uit.)

In de eerste selector voor de komma resteert nog het tweede van de selector: nav a:hover img:

nav: het element moet binnen een <nav> liggen. Daarvan is er op deze pagina maar één: de <nav> waarbinnen de twee links met afbeeldingen zitten. (<nav> is hier eigenlijk niet nodig, maar omdat het vaak voor zal komen dat er meerdere links met afbeeldingen erin zijn, is dat voor de zekerheid gebruikt om de selector te beperken tot links binnen <nav>).

a:hover: als over een <a> binnen een <nav> wordt gehoverd.

img: doe dan iets met de <img> in die <a>.

De hele eerste selector in normale mensentaal: doe iets met de <img> in een <a>, die weer in een <nav> zit (de afbeelding), waarover wordt gehoverd, maar alleen op pagina's waar <html> de class 'met-script' wel en de class 'aanraking' niet heeft.

Het eerste deel van de tweede selector na de komma is weer html.met-script:not([class ~= "aanraking"]), net als bij de eerste selector. Dat is hierboven uitgebreid beschreven. Het tweede deel van de tweede selector nav a:focus img werkt precies hetzelfde als de eerste selector voor de komma. Het enige verschil is dat deze selector werkt als de <a> focus heeft. Deze selector is bedoeld voor gebruikers van de Tab-toets.

box-shadow: 9px 15px rgba(200, 200, 200, 0.8);

Deze schaduw wordt gedurende 0,2 seconde opgebouwd na een vertraging van 0,1 seconde aan het begin, omdat dit zo bij nav a img met behulp van transition: box-shadow 0.2s 0.1s; is opgegeven. Afgezien daarvan is het een doodnormale schaduw.

Afbeelding 11: schaduw bij afbeelding

De schaduw verschijnt bij de afbeelding, als de afbeelding wordt verschoven bij focus van of hoveren over de link, waarin de afbeelding zit. De schaduw zit rechts en onder de afbeelding, zoals op de afbeelding is te zien. De afgeronde hoeken die bij nav a img aan de afbeelding zijn gegeven, worden ook gevolgd door de schaduw.

Met behulp van box-shadow kan schaduw worden gegeven aan een element, zoals een afbeelding. Als je verder niets opgeeft, is de schaduw precies even groot als het element, waar de schaduw bij hoort. Dat schiet niet echt op, want dat betekent dat de schaduw precies onder het element staat en dus onzichtbaar is. De natte droom van de Gevorderde Geheim Agent, maar niet van een sitebouwer.

Daarom wordt de schaduw met behulp van de twee waarden 9px en 15px aangepast.

De eerste waarde is altijd voor de horizontale verplaatsing van de box-shadow. Hier wordt de schaduw 9 px naar rechts gezet. (Een negatieve waarde zou de schaduw naar links verplaatsen).

De tweede waarde is altijd voor de verticale verplaatsing. Hier wordt de schaduw 15 px naar beneden gezet. (Een negatieve waarde zou de schaduw naar boven verplaatsen.)

Als laatste wordt de te gebruiken kleur opgegeven: #rgb(200, 200, 200, 0.8), doorzichtig grijs. Als geen kleur wordt opgegeven, wordt de voorgrondkleur gebruikt.

Vaak wordt voor 'n kleur de hexadecimale notatie gebruikt, iets als color: #33ab01;. Daarbij worden niet alleen cijfers, maar ook letters gebruikt. 0 tot en met 9 werken precies hetzelfde als altijd, maar na de 9 komen nog A, B, C, D, E en F.

Als je telt, is 't dus: 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 A B C D E F 10 11 12, enzovoort. Daarbij is A gelijk aan het tientallige 10, B aan 11, enzovoort. Op deze manier kun je met twee cijfers en/of letters 256 mogelijkheden aangeven: van 00 tot en met FF.

De eerste drie getallen bij rgba() geven de kleur aan. Deze lopen van 0 tot en met 255, dus ook hiermee kun je 256 mogelijkheden aangeven. En omdat er drie getallen zijn levert dat 256 x 256 x 256 = 16.777.216 mogelijke kleuren op, net iets meer dan het aantal kleurpotloden in de gemiddelde kleurdoos van 'n kind.

De notatie bij rgba() geeft dus precies evenveel mogelijkheden als de hexadecimale.

Het eerste getal staat voor rood, het tweede voor groen en het derde voor blauw (feitelijk de Engelse namen, maar de eerste letter is toevallig in het Nederlands hetzelfde). Uit deze drie kleuren zijn alle kleuren op een monitor opgebouwd.

255 wil zeggen volledig aanwezig, 0 wil zeggen helemaal ontbrekend.

255, 255, 255 levert wit op, 0 , 0 , 0 zwart.

In plaats van getallen mag je ook percentages gebruiken, bijvoorbeeld: rgba(10%, 20%, 100%, 0.3).

Omdat in dit voorbeeld drie keer 200 is opgegeven, levert dit een lichtgrijze kleur op. (Drie dezelfde waarden leveren altijd 'n tint grijs op)

Het vierde getal staat voor het alfa-kanaal. Hiermee wordt de doorzichtigheid aangegeven. Dit getal loopt van 0 naar 1. Volledig doorzichtig is 0, volledig ondoorzichtig is 1.

Het getal voor het alfa-kanaal wordt als decimale breuk aangegeven, dus bijvoorbeeld 0.5 wil zeggen halfdoorzichtig. Let erop dat je 'n punt gebruikt, de Amerikaanse manier om breuken aan te geven. Als je 'n komma gebruikt, denkt de browser dat er twee verschillende getallen staan.

In dit voorbeeld is deze achtergrondkleur enigszins doorzichtig: 0.8. Hierdoor zie je de border van de <a>, waar de afbeelding in zit, rechtsboven nog enigszins door de schaduw heen. Zou de schaduw niet doorzichtig zijn, dan zou de border abrupt stoppen bij de schaduw.

(Je kunt nog veel meer dingen opgeven bij een box-shadow, maar hier worden alleen de horizontale en verticale verplaatsing en de kleur gebruikt.)

top: -40px; left: -15px;

Bij nav a img is eerder top: -1px; left: -1px; opgegeven. Dat wordt hier veranderd bij focus van of hoveren over de link, waar de afbeelding in zit. De verandering verloopt geleidelijk, omdat dit bij nav a img met behulp van transition: top 0.4s, left 0.6s ease-out 0.2s; zo is opgegeven. Afgezien daarvan is het een doodnormale verschuiving van 40 px naar boven en 15 px naar links.

Omdat de afbeelding bij nav a img relatief is gepositioneerd, heeft de rest van de pagina van deze verschuiving geen last. Bij een relatieve positionering wordt het element wel op een andere plaats getoond, maar in werkelijkheid blijft het gewoon op z'n eigenlijke plaats staan. Alleen op het scherm verandert de plaats. Hierdoor zullen buur-elementen niet mee verschuiven.

Als je bijvoorbeeld zou verschuiven door een negatieve marge op te geven, wordt de afbeelding daadwerkelijk verplaatst. Daardoor zouden buur-elementen opzij worden geduwd, wat een enorm onrustig beeld oplevert.

html.met-script:not([class ~= "aanraking"]) nav a:hover span:last-of-type, html.met-script:not([class ~= "aanraking"]) nav a:focus span:last-of-type

Voor deze elementen is eerder css opgegeven. Deze wordt binnen dit blokje herhaald in de volgorde, waarin deze in de stylesheet staat, zodat alles hier overzichtelijk bij elkaar staat.

nav a span:last-of-type {font-size: 1.9em; text-align: center; width: 100%; position: absolute; bottom: 0; z-index: 0; transition: z-index 0s 0.3s; visibility: hidden;}

Hier staan twee selectors, gescheiden door een komma. Het eerste deel van beide selectors is hetzelfde: html.met-script:not([class ~= "aanraking"]). Hoe deze selector precies werkt, is te vinden bij Beide selectors beginnen met hetzelfde stukje.

In het kort: dit deel van de selector zorgt ervoor dat de css gewoon werkt (afhankelijk van het tweede deel van de selector natuurlijk), behalve bij aanraking van een touchscreen. Bij gebruik van toetsenbord of muis, werkt de css ook op een touchscreen. De class 'met-script' moet aanwezig zijn in <html>, en de class 'aanraking' mag juist niet aanwezig zijn. Plaatsen en verwijderen van deze classes wordt geregeld door JavaScript. Als je het plaatsen en verwijderen van de classes in de code wilt zien, moet je niet de gewone code, maar de Gegenereerde code bekijken.

(Als de browser Pointerdown ondersteunt, werkt de selector ook niet bij klikken op een gewoon scherm. Voor de werking van dit voorbeeld maakt dat verder niets uit.)

Het tweede deel van de eerste selector, die voor de komma, nav a:hover span:last-of-type

nav a:hover: als over een <a> in een <nav> wordt gehoverd. Daar zijn er hier twee van: de links met de afbeeldingen.

span: de <span>'s binnen de hierboven genoemde <a>.

:last-of-type: het element met een bepaald volgnummer. In dit geval wordt geen volgnummer gebruikt, maar een speciaal voor het laatste element bedoelde selector: :last-of-type.

Omdat voor :last-of-type een span staat, worden alleen <span>'s geteld. Als binnen nav a 327 <p>'s zitten, tellen die niet mee. Hadden ze maar 'n <span> moeten zijn.

In normale mensentaal: doe iets met de laatste <span> binnen 'n link die weer binnen 'n <nav> zit, maar alleen als over de link wordt gehoverd. En, gezien het eerste deel van de selector, alleen als <html> de class 'met-script' heeft, maar niet de class 'aanraking'.

In deze <span>'s zit het woord 'Pappie'.

De selector :last-of-type kan onverwachte bijwerkingen hebben. Als een <span> wordt toegevoegd na de huidige laatste <span>, geldt deze selector opeens voor de nieuw toegevoegde <span>, want die is nu de laatste.

Aan de andere kant blijft deze <span> de laatste, als er voor deze <span> nieuwe <span>'s worden ingevoegd. Kortom: een handige selector, als je vrij zeker weet dat deze <span> altijd de laatste blijft.

z-index: 10;

Deze z-index wordt pas toegepast na een vertraging van 0,3 seconde, omdat dit bij nav a span:last-of-type met behulp van transition: z-index 0s 0.3s; zo is opgegeven. Afgezien daarvan is het een doodnormale z-index. De reden van deze vertraging is te vinden bij transition: z-index 0s 0.3s;.

Bij hoveren over of focus van de link, waar de afbeelding in zit, verschuift de afbeelding. Hierdoor wordt de <span> met het woord 'Pappie' zichtbaar. De schaduw van de afbeelding staat half over 'Pappie' heen.

Omdat de <img> in de html onder deze <span> zit, valt de bovenste helft van 'Pappie' weg onder de schaduw. Door de z-index van de <span> met 'Pappie' te verhogen, is 'Pappie' toch helemaal zichtbaar.

Een z-index werkt alleen in bepaalde omstandigheden. Eén van die omstandigheden is een absolute positie. Bij nav a span:last-of-type zijn deze <span>'s absoluut gepositioneerd, dus dat is geregeld.

visibility: visible;

Bij nav a span:last-of-type is de <span>, en daarmee het woord 'Pappie' met visibility: hidden; onzichtbaar gemaakt. Nu moet 'Pappie' weer zichtbaar worden.

Als de afbeelding weer terug schuift naar de originele positie, heeft deze <span> nog gedurende 0,3 seconde een hogere z-index. Daardoor blijft 'Pappie' tijdens het terugschuiven nog even zichtbaar boven de afbeelding. Omdat de <span> met 'Pappie' alleen zichtbaar is bij hoveren over of focus van de link met de afbeelding, maar daarna gelijk onzichtbaar wordt, wordt dit voorkomen.

main

Alle <main>'s. Dat is er maar eentje. De belangrijkste inhoud van de pagina staat hierin. In dit voorbeeld is dat flauwekultekst, maar normaal genomen zit hier wel de belangrijkste inhoud van de pagina in.

clear: both; Afbeelding 12: tekst staat niet onder, maar naast de links

Bij li zijn de twee <li>'s met de links naar links gefloat. Dat was nodig voor de browsers die flexbox niet ondersteunen. Voor die browsers is deze regel bedoeld.

Bij het naar links floaten worden de <li>'s, en daarmee ook de erin zittende afbeeldingen, niet netjes over het browservenster verdeeld, maar gewoon links naast elkaar gezet. In bredere vensters blijft hierdoor rechts van de afbeeldingen ruimte over. Bij floaten wordt de overblijvende ruimte naast de gefloate elementen opgevuld met de inhoud van de erop volgende elementen. Dat is hier de tekst in <main>. Op de afbeelding is te zien dat de ruimte rechts van de <li>'s wordt gevuld met de tekst uit <main>

Door <main> te clearen wordt dit voorkomen. Klieren is vaak buitengewoon irritant, maar clearen na een float voorkomt juist irritatie.

(De <ul> waar deze <li>'s in zitten, is bij ul met display: flex; in een zogenaamde 'flex container' veranderd. Binnen een flex container wordt floaten genegeerd. Browsers die flexbox ondersteunen, hebben daarom deze regel niet nodig. Maar ze hebben er verder ook geen last van.)

display: block;

<main> is een blok-element. Oudere browsers kennen het echter niet. Een onbekend element wordt standaard als een inline-element weergegeven. Hier wordt dat gecorrigeerd voor die oudere browsers.

width: 760px;

Breedte.

max-width: 96%;

Een breedte in procenten is altijd ten opzichte van de ouder van het element. Dat is hier <body>, een blok-element. Een blok-element wordt normaal genomen automatisch even breed als z'n ouder. De ouder van <body> is <html>, het buitenste element. Omdat <html> het buitenste element is, wordt dit normaal genomen even breed als het venster van de browser.

<main> wordt hierdoor uiteindelijk niet breder dan 96% van de breedte van het browservenster. Door als maximumbreedte geen 100% maar 96% te nemen, blijft er 4% over voor wat afstand links en rechts tussen de tekst en dergelijke en de buitenkant van het venster.

margin: 0 auto;

Omdat voor onder en links geen waarde is ingevuld, krijgen die automatisch dezelfde waarde als boven en rechts. Hier staat dus eigenlijk 0 auto 0 auto in de volgorde boven – rechts – onder – links.

Boven en onder geen marge.

Links en rechts auto. Dat betekent hier: evenveel. De marge links en rechts is altijd even groot, ongeacht de breedte van het browservenster. Oftewel: <main> staat altijd horizontaal gecentreerd binnen zijn ouder <body>.

<body> is een blok-element en wordt daarom normaal genomen even breed als z'n ouder <html>. Omdat <html> het buitenste element is, wordt dit normaal genomen even breed als het venster van de browser. Hierdoor staat <main> uiteindelijk altijd horizontaal gecentreerd binnen het venster, ongeacht de breedte van het venster.

Deze manier van horizontaal centreren van een blok-element werkt alleen, als het blok-element een breedte heeft.

JavaScript

De code is geschreven in een afwijkende lettersoort. De code die te maken heeft met de basis van dit voorbeeld (essentiële code) is in de hele uitleg onderstippeld blauw. Alle niet-essentiële code is bruin. (In de inhoudsopgave staat alles in een gewone letter vanwege de leesbaarheid.)

Bij de uitleg van deze code zijn allerlei haakjes en dergelijke grotendeels weggelaten, want dat voert hier te ver. Als je je in dat soort dingen wilt verdiepen, kun je beter naar sites gaan die meer voor JavaScript zijn bedoeld.

Als je onderstaande code ergens aanraakt of ‑klikt, ga je rechtstreeks naar de bijbehorende uitleg.

Als je bovenstaande code ergens aanraakt of ‑klikt, ga je rechtstreeks naar de bijbehorende uitleg.

<script> en </script>

Dit is gewone html: het zijn de openings- en sluittag voor het script. In html5 is de toevoeging type="text/javascript" niet meer nodig.

Als je het script op meer pagina's wilt gebruiken, kun je er heel simpel een extern script van maken. Je zet het hele script (behalve <script> en </script>, want dat is html en geen JavaScript) in een gewoon tekstbestand met de extensie '.js'. In de <script>-tag komt het pad naar en de naam van dat bestand te staan:

<script src="pad-naar-script/script.js"></script>

Normaal genomen wordt het verwerken van de html onderbroken, zodra de browser een script tegenkomt. Het script zou immers nodig kunnen zijn voor de opbouw van de pagina.

Daarom staat het script hier helemaal onderaan de html, gelijk boven </body>. Dit script is niet nodig voor de opbouw van de pagina. Door het onderaan te zetten, wordt voorkomen dat het vertragend werkt.

Een andere mogelijkheid is om het wel bovenaan in de <head> te zetten. Veel sitebouwers zetten scripts en dergelijke graag bij elkaar, voor de overzichtelijkheid. In dat geval kun je hetzelfde bereiken met:

<script src="pad-naar-script/script.js" async></script>

Door het toevoegen van het sleutelwoord async weet de browser dat dit script niet nodig is voor de opbouw van de pagina. Het script wordt nu gedownload, terwijl de html gewoon verder wordt verwerkt. Zodra het script is gedownload, wordt het verwerkt, waarbij het verwerken van de html alsnog wordt onderbroken. Maar deze onderbreking is zo kort, dat je dat nauwelijks merkt.

(function () {

function: het sleutelwoord waarmee het begin van een functie wordt aangegeven. Een functie is een stukje bij elkaar horende code. (Het haakje helemaal aan het begin wordt iets verderop beschreven.)

(): achter een functie moeten twee haakjes staan. Behalve dat het gewoon zo hoort, kun je hier ook van alles in stoppen om door te geven aan de code in het binnenste van de functie, maar bij deze functie gebeurt dat niet.

{: geeft het begin van de code binnen de functie aan. Aan het eind van de functie, dat is in dit geval helemaal onderaan in de laatste regel van het script, staat een bijbehorende }.

In die laatste regel staat in dit geval nog meer dan alleen de } die het einde van de code aangeeft: }) ();

}: dit is de eerder genoemde afsluitende }, waarmee het einde van de code in de functie wordt aangegeven.

): dit afsluitende haakje is de tegenhanger van het haakje dat voor de functie staat. Samen zorgen ze ervoor dat de hele functie, met alles erop en eraan, tussen haakjes staat. De reden van deze haakjes wordt iets hieronder besproken.

(): dit is weer gewoon een taalregel van JavaScript. In dit geval moeten er achter de }) nog twee haakjes staan. Een computer is gewoon niet zo slim, anders weet de ziel niet wat er moet gebeuren.

;: met de puntkomma wordt in JavaScript een regel afgesloten. Het is te vergelijken met een gewone punt in een tekst.

We hebben hier een script, waarin alle code binnen een functie is geplaatst. Alle code staat tussen { en }, zodat de computer het begin en einde van de functie kan herkennen.

Een functie is een stukje bij elkaar horende code, dat je zo vaak als je wilt kunt uitvoeren. Als je de tafel van 12 op het scherm wilt zetten, hoef je niet twaalf vermenigvuldigingen in JavaScript te schrijven, maar schrijf je 'n functie voor één vermenigvuldiging, die je vervolgens tien keer (op steeds iets andere wijze) uitvoert.

Een functie heeft echter één probleem: de code in de functie wordt pas uitgevoerd, als de functie wordt aangeroepen. Dat aanroepen kan op allerlei manieren gebeuren, bijvoorbeeld als de gebruiker 'n toets indrukt, als de pagina is geladen, als het 13:13 is op vrijdag de dertiende, noem maar op. Maar zonder te worden aangeroepen doet een functie helemaal niets.

In dit script is dat ook zo. Er zitten functies in die reageren op een aanraking van een touchscreen, op een muisklik, op hoveren en op het indrukken van een toets. Om te kunnen werken, moet de computer wat voorbereidend werk verrichten. Daarvoor moet het script worden gelezen. Maar dat hele script zit in een functie, en die functie doet dus pas wat, als die wordt aangeroepen.

Om te zorgen dat de buitenste functie, die waar alle code in zit, toch vanzelf wordt uitgevoerd, zet je er een ( voor. En helemaal aan het eind, achter de afsluitende }, zet je de tegenhanger ). Nu wordt de functie automatisch uitgevoerd, zonder dat deze hoeft te worden aangeroepen. En kan de code in het script worden gelezen, waardoor het benodigde voorbereidende werk kan worden uitgevoerd.

(Je kunt ook de code niet in een alles omvattende functie zetten. Dan wordt de code gelijk uitgevoerd. Maar dat brengt belangrijke risico's met zich mee. In dit script worden namen gebruikt zoals 'aangeraakt' en 'aangeraaktTimer'. Als nou een ander JavaScript toevallig dezelfde namen zou gebruiken, gaat het gruwelijk mis. Door het hele script in een functie te stoppen, voorkom je dat. Als je hier meer over wilt weten, kun je op internet zoeken naar 'name conflict' of 'name clash'.)

"use strict";

Deze regel zorgt ervoor dat bepaalde slordigheden in de code, die makkelijk tot grote problemen kunnen leiden, niet meer mogen. Een validator (die controleert op fouten in de code) is nu strenger en keurt meer dingen af.

Een klein aantal oudere browsers ondersteunt dit niet, maar die hebben er verder geen last van, omdat ze de regel gewoon negeren.

let aangeraakt = false,
aangeraaktTimer;

In dit deel van de code worden een paar dingen voorbereid. Het écht uitvoerende deel van het script, waarin bijvoorbeeld een aanraking daadwerkelijk wordt herkend, volgt later.

Het is gebruikelijk dit soort voorbereidende zaken bovenin het script te zetten.

Deze regel valt in twee delen uiteen, die worden gescheiden door een komma. Het eerste deel begint met let. Dit sleutelwoord let wordt automatisch ook voor het tweede deel geplaatst, omdat dit tweede deel op een komma volgt. Door die komma weet het script dat het hier om twee bij elkaar horende delen van één regel gaat.

Na het tweede deel staat een puntkomma. Dit is het echte einde van deze regel code. In gewone tekst zou je hier een punt gebruiken.

Het is gebruikelijk zo'n tweede, derde, ... deel op een nieuwe regel te laten beginnen en iets in te laten springen. Zo zie je in één oogopslag dat het sleutelwoord let voor alle twee de delen geldt, dat hier twee variabelen worden aangemaakt.

Pardon? Variwiewatwaar? Ha, leuk dat je het vraagt.

let aangeraakt = false: met het sleutelwoord let wordt aangegeven dat het erop volgende woord de naam van een 'variabele' is. Een variabele is een soort portemonnee: er kan van alles in zitten, en de inhoud kan veranderen.

Gelijk na let volgt de naam van de variabele. Dat is hier 'aangeraakt'. In 'aangeraakt' wordt dus iets opgeborgen. Omdat de variabele een naam heeft ('aangeraakt'), kan de rest van het script de variabele aanroepen bij deze naam. Net zoals je iemand die 'Marie' heet kunt aanroepen met 'Marie', ongeacht of Marie aardig, onaardig, muzikaal of arrogant is, ongeacht de 'inhoud' van Marie.

Achter het isgelijkteken staat, wat er in de variabele 'aangeraakt' opgeslagen gaat worden.

Met het sleutelwoord false wordt in dit geval aangegeven aangegeven, dat de bijbehorende variabele 'aangeraakt' niet waar is: 'aangeraakt' is niet waar. Op het ogenblik dat een touchscreen wordt aangeraakt (of aangeklikt), wordt 'aangeraakt' iets verderop bij aangeraakt = true; 'waar' gemaakt. In 'aangeraakt' wordt dus opgeslagen, of een touchscreen is aangeraakt of – geklikt, of niet. Andere delen van het script kunnen dan iets doen, afhankelijk van of een touchscreen is aangeraakt of – geklikt, of niet. In dit geval verschuift gedurende één seconde de afbeelding niet, als over de links met de afbeelding wordt gehoverd, of als deze focus hebben.

(Als de browser Pointerdown ondersteunt, gebeurt bovenstaande ook bij klikken op een gewoon scherm. Voor de werking van dit voorbeeld maakt dat verder niets uit.)

Je zou ook iets kunnen bedenken met de waarden 'wel-aangeraakt' en 'niet-aangeraakt' of zoiets, maar als er maar twee mogelijkheden zijn, zijn true en false veel simpeler. aangeraakt = true: er is aangeraakt of -geklikt; aangeraakt = false: er is niet aangeraakt of -geklikt.

Om te kunnen constateren of het scherm is aangeraakt of -geklikt, wordt bij Om te kunnen constateren of het scherm is aangeraakt, wordt bij document.addEventListener("touchstart", plaatsClass); een zogenaamde eventlistener aan de pagina gekoppeld. Deze wordt geactiveerd, als het scherm wordt aangeraakt. In dit geval luistert de eventlistener naar de event 'touchstart'.

In steeds meer browsers wordt een nieuw systeem toegepast: Pointer events. Dit werkt veel makkelijker dan de hierboven gebruikte 'touchstart'. Als de browser Pointer events ondersteunt, wordt bij document.addEventListener("pointerdown", plaatsClass); de eventlistener 'pointerdown' aan de pagina gekoppeld.

Een uitgebreider verhaal over deze eventlisteners staat bij Touchstart en Pointerdown.

aangeraaktTimer: deze variabele wordt alvast aangemaakt, maar er gebeurt nog niets mee. Als een touchscreen is aangeraakt of -geklikt, wordt er bij aangeraaktTimer = setTimeout... een soort stopwatch, een 'timer' gestart. Die timer wordt in de variabele 'aangeraaktTimer' opgeslagen. Hierdoor wordt gedurende één seconde onthouden dat het touchscreen is aangeraakt. Gedurende die seconde verschuift de afbeelding niet bij hoveren over of focus van de links met de afbeeldingen. Waarom dit gebeurt, is bij aangeraaktTimer = setTimeout... te vinden.

(Als de browser Pointerdown ondersteunt, gebeurt bovenstaande ook bij klikken op een gewoon scherm. Voor de werking van dit voorbeeld maakt dat verder niets uit.)

Deze twee variabelen worden aangemaakt met behulp van het sleutelwoord let. Dit is een relatief nieuw sleutelwoord. Vroeger werd het sleutelwoord var (van 'variabele') gebruikt. Maar daarbij is de kans op problemen groter. Wat die mogelijke problemen waren, wordt hier verder niet besproken. (Als je op internet zoekt op 'javascript var let', vind je hier bergen informatie over.)

Oudere browsers kennen het sleutelwoord let niet. Dat is echter alleen nog een klein aantal mobiele browsers, en als het script daar niet in werkt, maakt dat niets uit. Als het script niet werkt, verschuiven de afbeeldingen bij hoveren over en focus van de links met de afbeeldingen niet, en dat is precies wat er op een touchscreen moet gebeuren.

document.documentElement.classList.add("met-script");

De eerste code die daadwerkelijk wordt uitgevoerd.

document: dit is een zogenaamd 'object'. Een object in JavaScript is iets, waarin onder andere allerlei gegevens zijn opgeslagen. In document is de hele pagina opgeslagen op een voor JavaScript toegankelijke manier. (Je hebt hele series objecten voor de wildste dingen, maar de meeste zijn hier verder niet van belang.)

documentElement: dit is wat uit het object document gebruikt moet worden. Bij een html-pagina is dit altijd het buitenste element: <html>. Je kunt hier echter niet gewoon 'html' of zo gebruiken in plaats van documentElement, want dat begrijpt de browser niet. Er zijn nog andere manieren om het <html>-element te vinden, maar dit is met stip de simpelste.

Niet alleen de tag <html>, maar het hele <html>-element met een hele kerstboom aan extra informatie wordt op deze manier gevonden.

classList: van de gelijk hierboven genoemde extra informatie is hier alleen van belang classList een lijst van alle classes bij <html>. Mogelijk zijn er nog geen classes, dat maakt niets uit, dan krijg je gewoon 'n lege lijst.

.add(): voeg iets toe. Wat er wordt toegevoegd, staat tussen de haakjes. Omdat er iets aan classList wordt toegevoegd, weet de browser dat het hier om een class gaat. Je kunt van alles aan het <html>-element toevoegen, maar hier gaat het om een class.

"met-script" dit is de class die aan <html> wordt toegevoegd. Als er nog geen classes waren, is dit de eerste class. Als er al classes waren, komt deze er gewoon bij te staan, net alsof je dat zelf in de html zou hebben ingetypt.

Als er al een class 'met-script' aanwezig is, wordt deze regel genegeerd: er wordt nooit een tweede al bestaande class toegevoegd.

Deze class wordt door het script toegevoegd. Dat betekent dus dat deze class ontbreekt, als JavaScript uitstaat. Of als het script om een of andere reden niet kan worden uitgevoerd. Hiervan wordt in de css gebruik gemaakt. In een aantal selectors staat aan het begin html.met-script: het <html>-element moet de class 'met-script' hebben. Alleen als die class aanwezig is, verschuift de afbeelding bij hoveren over of focus van de links met de afbeeldingen. Als 'met-script' niet aanwezig is, werkt de link nog steeds gewoon, alleen verschuift de afbeelding niet.

Als je het plaatsen en verwijderen van de classes in de code wilt zien, moet je niet de gewone code, maar de Gegenereerde code bekijken.

function plaatsClass () {

Ook deze functie is, zoals elke functie, weer een stukje bij elkaar horende code. Maar anders dan de buitenste functie, wordt deze niet automatisch uitgevoerd. (Waarom de buitenste functie wel automatisch wordt uitgevoerd, is te vinden bij (function () {.)

De code in deze functie wordt alleen uitgevoerd, als de functie wordt aangeroepen. Dat aanroepen gebeurt, als een touchscreen wordt aangeraakt (of als erop wordt geklikt). Het luisteren naar een aanraking wordt geregeld bij document.addEventListener("touchstart", plaatsClass); en document.addEventListener("pointerdown", plaatsClass);.

De code in deze functie plaatst de class 'aanraking' bij het <html>-element en zorgt ervoor dat deze class gedurende één seconde niet verwijderd kan worden. Bij hoveren over of focus van de links met de afbeeldingen verschuift de afbeelding gedurende die seconde daardoor niet.

(Als de browser Pointerdown ondersteunt, gebeurt bovenstaande ook bij klikken op een gewoon scherm. Voor de werking van dit voorbeeld maakt dat verder niets uit.)

function: het sleutelwoord waarmee het begin van een functie wordt aangegeven.

plaatsClass: de naam van de functie. Als het beestje geen naam heeft, kun je het ook niet aanroepen en heb je er dus niets aan. (Dit klopt niet helemaal. JavaScript kent ook equivalenten van 'hé!', 'hé, jij daar!', 'hé, jij daar in die zwarte jas', en dergelijke, maar die worden hier niet gebruikt. En het is zo al ingewikkeld genoeg.)

(): die haakjes horen nou eenmaal zo na de naam van een functie. Behalve dat het gewoon zo hoort, kun je hier ook van alles in stoppen om door te geven aan de code in het binnenste van de functie. Zoals de plaats waar het scherm is aangeraakt of -geklikt. In dit geval gebeurt dat niet, omdat die informatie niet nodig is.

{: geeft het begin van de code binnen de functie aan. Aan het eind van de functie staat een bijbehorende }.

clearTimeout(aangeraaktTimer);

Deze regel is onderdeel van function plaatsClass ()

In de variabele 'aangeraaktTimer' wordt iets verderop bij aangeraaktTimer = setTimeout... een soort stopwatch, een 'timer', opgeslagen. Die timer zorgt voor een bepaalde vertraging. Om precies te zijn: een vertraging van 1000 milliseconden, één seconde. Bij hoveren over en focus van de links met de afbeeldingen verschuift de afbeelding pas weer na die seconde.

Het zou kunnen dat het scherm binnen één seconde meer dan één keer wordt aangeraakt of -geklikt. In dat geval bestaat er al zo'n timer. Daarom begint deze functie met het resetten van een mogelijk al bestaande timer.

aangeraakt = true;

Deze regel is onderdeel van function plaatsClass ()

Bij let aangeraakt = false helemaal aan het begin van het script is de variabele 'aangeraakt' aangemaakt. De waarde false gaf aan, dat het scherm nog niet is aangeraakt of -geklikt.

De functie 'plaatsClass ()', waarbinnen deze regel staat, kan alleen worden aangeroepen door het aanraken of -klikken van het scherm. Oftewel: 'aangeraakt' is waar, is true. Daarom wordt de waarde van 'aangeraakt' hier veranderd van false naar true. Andere delen van het script kunnen dan reageren, afhankelijk van de waarde van aangeraakt.

document.documentElement.classList.add("aanraking");

Deze regel is onderdeel van function plaatsClass ()

document: dit is een zogenaamd 'object'. Een object in JavaScript is iets, waarin onder andere allerlei gegevens zijn opgeslagen. In document is de hele pagina opgeslagen op een voor JavaScript toegankelijke manier. (Je hebt hele series objecten voor de wildste dingen, maar de meeste zijn hier verder niet van belang.)

documentElement: dit is wat uit het object document gebruikt moet worden. Bij een html-pagina is dit altijd het buitenste element: <html>. Je kunt hier echter niet gewoon 'html' of zo gebruiken in plaats van documentElement, want dat begrijpt de browser niet. Er zijn nog andere manieren om het <html>-element te vinden, maar dit is met stip de simpelste.

Niet alleen de tag <html>, maar het hele <html>-element met een hele kerstboom aan extra informatie wordt op deze manier gevonden.

classList: van de gelijk hierboven genoemde extra informatie is hier alleen van belang classList: een lijst van alle classes bij <html>. Mogelijk zijn er nog geen classes, dat maakt niets uit, dan krijg je gewoon 'n lege lijst.

add(): voeg iets toe. Wat er wordt toegevoegd, staat tussen de haakjes. Omdat er iets aan classList wordt toegevoegd, weet de browser dat het hier om een class gaat. Je kunt van alles aan het <html>-element toevoegen, maar hier gaat het om een class.

"aanraking": dit is de class die aan <html> wordt toegevoegd. Als er nog geen classes waren, is dit de eerste class. Als er al classes waren, komt deze er gewoon bij te staan, net alsof je dat zelf in de html zou hebben ingetypt.

Als er al een class 'aanraking' aanwezig is, wordt deze regel genegeerd: er wordt nooit een tweede dezelfde class toegevoegd.

Deze class wordt door het script toegevoegd. Hiervan wordt in de css gebruik gemaakt. In een aantal selectors staat aan het begin html.met-script:not([class ~= "aanraking"]): het <html>-element moet de class 'met-script' hebben, maar mag niet de class 'aanraking' hebben. Alleen als de class 'met-script' aanwezig is én de class 'aanraking' ontbreekt, verschuift de afbeelding bij hoveren over of focus van de links met de afbeeldingen. Als 'met-script' niet aanwezig is, of als 'aanraking' aanwezig is, werkt de link nog steeds gewoon, alleen verschuift de afbeelding niet.

(Het plaatsen van de class 'met-script' wordt beschreven bij document.documentElement.classList.add("met-script");. De precieze werking van de selector is te vinden bij Beide selectors beginnen met hetzelfde stukje.)

Als je het plaatsen en verwijderen van de classes in de code wilt zien, moet je niet de gewone code, maar de Gegenereerde code bekijken.

aangeraaktTimer = setTimeout (function () { aangeraakt = false; }, 1000);

Deze regel is onderdeel van function plaatsClass ()

De functie plaatsClass (), waar deze regel deel van uitmaakt, wordt aangeroepen als een touchscreen wordt aangeraakt (of -geklikt): er wordt een event Touchstart of, afhankelijk van de browser en het systeem, Pointerdown gegenereerd bij aanraken van of klikken op het touchscreen. Als dat alles was, zou iedereen nu gezellig bij het kampvuur liedjes kunnen gaan zingen en nog lang en gelukkig verder kunnen leven. Maar Grimm schijnt uit de tijd te zijn.

Er wordt echter, gelijk na de events touchstart of pointerdown ook nog een event Mouseover gegenereerd, in een poging hoveren met de muis te imiteren. Hierdoor verschuift ook bij aanraken van of klikken op een touchscreen de afbeelding. Dit levert (grote) problemen op, zoals beschreven bij Achterliggend idee.

Om die problemen te voorkomen wordt aan het begin van deze functie bij aangeraakt = true; aan de variabele aangeraakt de waarde true gegeven: 'waar'. Het touchscreen is aangeraakt (of -geklikt).

Event mouseover en event keydown roepen de functie verwijderClass () aan. Deze functie wordt echter niet uitgevoerd, als aangeraakt de waarde true heeft. En zolang verwijderClass () niet is uitgevoerd, verschuift de afbeelding bij hoveren over of focus van de links met de afbeeldingen niet.

Maar normaal genomen moeten hoveren en focus de afbeelding wel laten verschuiven. Daarom duurt dit blokkeren van hoveren en focus maar één seconde. Na die ene seconde wordt de waarde van aangeraakt weer false, niet aangeraakt (of -geklikt). En kan de functie verwijderClass () weer worden uitgevoerd.

Hier zorgt deze regel voor. In de variabele aangeraaktTimer wordt een soort teller, een 'timer', opgeslagen, die ervoor zorgt dat verwijderClass () gedurende één seconde niet wordt uitgevoerd.

(Als de browser Pointerdown ondersteunt, geldt bovenstaande verhaal ook bij klikken op een gewoon scherm. Voor de werking van dit voorbeeld maakt dat verder niets uit.)

aangeraaktTimer: de naam van de variabele, waarin de timer wordt opgeslagen.

=: voor het isgelijkteken staat de naam van de variabele, waarin iets wordt opgeslagen.

Achter het isgelijkteken staat, wat er in de variabele wordt opgeslagen.

setTimeout (): dit is wat wordt opgeslagen in de voor het isgelijkteken staande variabele aangeraaktTimer. Niet alleen setTimeout () wordt opgeslagen, maar alles wat tussen de haakjes staat: setTimeout (function () { aangeraakt = false; }, 1000).

Aan de haakjes achter setTimeout kun je zien dat ook setTimeout () een functie is. Een functie binnen de grotere functie plaatsClass (), maar dat maakt niets uit, dat kan gewoon.

setTimeout () is een in JavaScript ingebouwde functie met een speciaal doel: iets pas na een bepaalde vertraging uitvoeren. Deze functie heeft geen eigen geschreven code, daarom ontbreken de {}, waarbinnen normaal genomen de code voor een functie staat.

In dit geval zijn alleen het openingshaakje ( en het sluithaakje ) achter de functie aanwezig. Daartussen staat wat aan de functie setTimeout () wordt doorgegeven: (function () { aangeraakt = false; }, 1000)

De functie setTimeout () krijgt twee 'opdrachten' (officieel heet dat 'argumenten') mee: eentje voor en eentje na de komma. Voor de komma staat wat er moet gebeuren (de variabele aangeraakt weer false maken), na de komma staat de vertraging waarmee dat moet gebeuren (1000 milliseconden).

function () {}: ook dit is weer een functie. Maar dat had je misschien al vermoed, vanwege het woord 'function'. Zoals altijd staan er weer twee haakjes achter de functie. In dit geval staat daar niets tussen, ze zijn hier alleen aanwezig om aan de computer duidelijk te maken dat dit een functie is.

Deze functie heeft geen naam, in tegenstelling tot bijvoorbeeld function function plaatsClass (), die 'plaatsClass' heet. Het is een zogenaamde 'anonymous function', een anonieme functie. Bij gebrek aan een naam kan deze functie niet vanaf andere plaatsen worden aangeroepen. Maar dat is ook niet nodig, want deze functie wordt alleen hier gebruikt en automatisch uitgevoerd.

Tussen de {} staat de code van deze functie. Dat is in dit geval 'n beetje weinig, maar dat maakt niets uit.

aangeraakt = false;: de code van de gelijk hierboven bij function () genoemde anonieme functie. De waarde van variabele aangeraakt wordt hier weer false gemaakt: het touchscreen is niet aangeraakt (of -geklikt).

,: de komma geeft aan setTimeout () de grens tussen het eerste deel (wat er moet gebeuren) en het tweede deel (de vertraging waarmee dat moet gebeuren) aan.

1000: de vertraging in milliseconden waarmee het deel voor de komma moet worden uitgevoerd: na duizend milliseconden, oftewel één seconde.

;: hiermee wordt het eind van de regel aangegeven. In gewone tekst zou je 'n punt gebruiken.

De hele regel in normale mensentaal: geef de variabele aangeraakt weer de waarde false (touchscreen niet aangeraakt of -geklikt), maar wacht daar één seconde mee.

function verwijderClass () {

Ook deze functie is, zoals elke functie, weer een stukje bij elkaar horende code. Maar anders dan de buitenste functie, wordt deze niet automatisch uitgevoerd. (Waarom de buitenste functie wel automatisch wordt uitgevoerd, is te vinden (function () {.)

De code in deze functie wordt alleen uitgevoerd, als de functie wordt aangeroepen. Dat aanroepen gebeurt als over een scherm wordt gehoverd, of als een toets wordt ingedrukt. Het luisteren naar hoveren wordt geregeld bij document.addEventListener("mouseover", verwijderClass);, het luisteren naar een toetsaanslag bij document.addEventListener("keydown", verwijderClass);.

De code in deze functie verwijdert, als minstens één seconde het scherm niet is aangeraakt of -geklikt, de class 'aangeraakt' bij het <html>-element. Hierdoor verschuift de afbeelding weer bij hoveren over of focus van de links met de afbeeldingen.

if (!aangeraakt) {

Deze regel is onderdeel van function verwijderClass ()

if: de hierop volgende code wordt alleen uitgevoerd, als aan één of meer voorwaarden is voldaan. Die voorwaarden staan tussen de haakjes achter if. Hier gaat het maar om één voorwaarde: !aangeraakt.

!aangeraakt: de voorwaarde waaraan moet worden voldaan om de code tussen de {} uit te voeren. Het uitroepteken is JavaScriptiaans voor 'niet'. '!aangeraakt' zou je dus kunnen vertalen naar 'niet aangeraakt': het touchscreen mag niet zijn aangeraakt (of -geklikt). JavaScript werkt echter niet met het woordje 'niet', maar met het sleutelwoord false. Wij zouden zeggen 'niet aangeraakt', JavaScript zegt 'aangeraakt mag niet de waarde false hebben'.

Als een touchscreen is aangeraakt of -geklikt, heeft hierboven bij functie plaatsClass () de variabele aangeraakt de waarde true gekregen: 'waar'. In dit geval zou je dat ook kunnen lezen als 'wel aangeraakt'. Maar JavaScript kent ook het woordje 'wel' niet, dus dit wordt 'aangeraakt heeft de waarde true'.

Als aangeraakt de waarde false heeft, is aan de voorwaarde !aangeraakt voldaan, en wordt de tussen de {} staande code die bij de if hoort gewoon uitgevoerd.

Als het touchscreen is aangeraakt of -geklikt, heeft aangeraakt de waarde true en wordt niet aan de voorwaarde van de if voldaan. De bij de if horende code wordt niet uitgevoerd.

(Als de browser Pointerdown ondersteunt, werkt klikken op een gewoon scherm hetzelfde als het aanraken van een touchscreen. Voor de werking van dit voorbeeld maakt dat verder niets uit.)

{: de code die eventueel moet worden uitgevoerd, staat tussen twee accolades {}. Het gaat hier maar om één regel code, maar dat maakt niets uit. Aan het eind van de bij de if horende code staat de bijbehorende }.

Als het touchscreen is aangeraakt of -geklikt, heeft functie plaatsClass () aan variabele aangeraakt de waarde true gegeven. In dat geval wordt de code bij deze if dus niet uitgevoerd. Gedurende één seconde houdt aangeraakt de waarde true, daarna wordt deze weer false. Gedurende die ene seconde blijft daardoor class 'aanraking' bij het <html>-element staan en verschuiven de afbeeldingen bij hoveren over of focus van de links met de afbeeldingen daardoor niet.

(Als de browser Pointerdown ondersteunt, werkt klikken op een gewoon scherm hetzelfde als het aanraken van een touchscreen. Voor de werking van dit voorbeeld maakt dat verder niets uit.)

document.documentElement.classList.remove("aanraking");

Deze regel is onderdeel van function plaatsClass ()

Dit deel van het script wordt alleen uitgevoerd, als aan deze eerder gestelde voorwaarde is voldaan:

aangeraakt moet de waarde false hebben (het scherm mag niet zijn aangeraakt of -geklikt).

document: dit is een zogenaamd 'object'. Een object in JavaScript is iets, waarin onder andere allerlei gegevens zijn opgeslagen. In document is de hele pagina opgeslagen op een voor JavaScript toegankelijke manier. (Je hebt hele series objecten voor de wildste dingen, maar de meeste zijn hier verder niet van belang.)

documentElement: dit is wat uit het object document gebruikt moet worden. Bij een html-pagina is dit altijd het buitenste element: <html>. Je kunt hier echter niet gewoon 'html' of zo gebruiken in plaats van documentElement, want dat begrijpt de browser niet. Er zijn nog andere manieren om het <html>-element te vinden, maar dit is met stip de simpelste.

Niet alleen de tag <html>, maar het hele <html>-element met een hele kerstboom aan extra informatie wordt op deze manier gevonden.

classList: van de gelijk hierboven genoemde extra informatie is hier alleen van belang classList een lijst van alle classes bij <html>. Mogelijk zijn er nog geen classes, dat maakt niets uit, dan krijg je gewoon 'n lege lijst.

remove(): haal iets weg. Wat er wordt weggehaald, staat tussen de haakjes. Omdat er iets bij een classList wordt weggehaald, weet de browser dat het hier om een class gaat.

"aanraking": dit is de class die bij <html> wordt verwijderd. Als er geen class 'aanraking' aanwezig is, wordt deze regel gewoon genegeerd.

Deze class wordt door het script toegevoegd en weggehaald. Hiervan wordt in de css gebruik gemaakt. In een aantal selectors staat aan het begin html.met-script:not([class ~= "aanraking"]): het <html>-element moet de class 'met-script' hebben, maar mag niet de class 'aanraking' hebben. Alleen als de class 'met-script' aanwezig is én de class 'aanraking' ontbreekt, verschuift de afbeelding bij hoveren over of focus van de links met de afbeeldingen. Als 'met-script' niet aanwezig is, of als 'aanraking' aanwezig is, werkt de link nog steeds gewoon, alleen verschuift de afbeelding niet.

(Het plaatsen van de class 'met-script' wordt beschreven bij document.documentElement.classList.add("met-script");. De precieze werking van de selector is te vinden bij Beide selectors beginnen met hetzelfde stukje.)

Als je het plaatsen en verwijderen van de classes in de code wilt zien, moet je niet de gewone code, maar de Gegenereerde code bekijken.

if (window.PointerEvent) {

if: de hierop volgende code wordt alleen uitgevoerd, als aan één of meer voorwaarden is voldaan. Die voorwaarden staan tussen de haakjes achter de if. Hier gaat het maar om één voorwaarde: window.PointerEvent.

window.PointerEvent: de voorwaarde waaraan moet worden voldaan om de code tussen de {} uit te voeren.

window: dit is een zogenaamd 'object'. Een object in JavaScript is iets, waarin onder andere allerlei gegevens zijn opgeslagen. In window zitten in principe dingen, die met het hele venster ('window') van de browser te maken hebben.

PointerEvent: dit is waarnaar wordt gezocht in het voor de punt staande object window. Als dit aanwezig is, wordt de tussen de {} staande code die bij deze if hoort uitgevoerd, anders niet.

PointerEvent is de JavaScript-naam voor 'Pointer events', een verzameling events die eenvoudiger en beter werken dan de al veel langer bestaande Touch events. Als Pointer events aanwezig zijn in het object window, betekent dit dat deze door de browser worden ondersteund. Meer over Pointer events is te vinden bij Pointerdown.

{: de code die eventueel moet worden uitgevoerd, staat tussen twee accolades {}. Het gaat hier maar om één regel code, maar dat maakt niets uit. De bijbehorende } staat in dit geval iets hieronder bij } else {. 'else' betekent 'anders', oftewel: als de code achter deze if niet wordt uitgevoerd, voer dan de code achter de else uit.

In normale mensentaal staat hier: als de browser Pointer events ondersteunt, voer dan de bij de if horende code tussen de {} uit.

document.addEventListener("pointerdown", plaatsClass);

Dit deel van het script wordt alleen uitgevoerd, als aan deze eerder gestelde voorwaarde is voldaan:

– de browser moet Pointer events ondersteunen.

document: dit is een zogenaamd 'object'. Een object in JavaScript is iets, waarin onder andere allerlei gegevens zijn opgeslagen. In document is de hele pagina opgeslagen op een voor JavaScript toegankelijke manier. (Je hebt hele series objecten voor de wildste dingen, maar de meeste zijn hier verder niet van belang.)

Het voor JavaScript toegankelijke model van de pagina heet 'Document Object Model', afgekort tot 'DOM'. Dit wordt automatisch door de browser gemaakt, als de pagina wordt geladen. Door de regel te beginnen met document, weet het script waar de rest van de code op deze regel bij hoort: bij de hele pagina. (Je kunt ook code koppelen aan één specifieke <div>, of aan één specifieke <input>, of ...)

addEventListener: er wordt een zogenaamde 'eventlistener' gekoppeld aan het voor de punt staande document, aan de pagina.

Een eventlistener luistert naar een gebeurtenis. Die gebeurtenis, de 'event', kan van alles zijn: het indrukken van een toets, klikken, scrollen, de video is afgespeeld, van alles. Tussen de haakjes van addEventListener() staat, naar welke soort gebeurtenis moet worden geluisterd, en wat er moet gebeuren, als die gebeurtenis zich voordoet. Zeg maar 'n soort rampenplan: áls gebeurtenis is 'doodsmak', dán handeling 'bel 112'.

"pointerdown": tussen aanhalingstekens, zodat het script weet dat dit een letterlijke naam is (dit is gewoon een van de taalkundige regels van JavaScript). Dit is de naam van de gebeurtenis, waarnaar wordt geluisterd, waarop wordt gewacht: 'pointerdown'. Als het scherm is aangeraakt, als erop is geklikt, als de stylus het heeft aangeraakt: als enige vorm van een 'pointer' het scherm heeft geraakt. Het maakt hierbij niet uit of het om een touchscreen of een gewoon scherm gaat: als de browser maar Pointer events ondersteunt. (Uiteraard heeft een aanraking alleen effect op een touchscreen...)

Deze regel roept de functie aan, die het eigenlijke werk gaat doen.

plaatsClass: deze naam staat niet tussen aanhalingstekens, omdat het hier niet om een letterlijke naam of zo gaat. De naam verwijst naar een 'functie', iets wat moet gebeuren. Die functie staat iets hierboven bij function plaatsClass () { en zorgt dat hoveren over en focus van de links met de afbeeldingen gedurende één seconde de afbeelding niet laat verschuiven.

(Probeer op dit moment vooral niet de logica van wel of geen aanhalingstekens te begrijpen. Het makkelijkste is om dat soort dingen maar gewoon te accepteren. Nederlands heeft ook zo z'n eigenaardigheden...)

;: aan het eind van elke regel staat een puntkomma. Daarmee geef je aan dat de regel is afgelopen. In een gewoon boek zou je hier een punt gebruiken, om aan te geven dat een nieuwe zin begint.

De hele regel nog eens in gewone mensentaal: als het scherm is aangeraakt, als er is geklikt, als de stylus het scherm heeft aangeraakt, en dergelijke, voer dan de functie 'plaatsClass' uit.

De eventlistener wordt hier aan document gekoppeld: de hele pagina. Dat betekent dat de functie overal wordt aangeroepen, waar de pagina wordt aangeraakt, -geklikt, enzovoort. Je zou de eventlistener ook kunnen koppelen aan alleen de links met de thumbnails, maar dat is 'n stuk lastiger. Je moet dan eerst 'n lijst maken van alle links op de pagina, waarbij iets moet veranderen, als erover wordt gehoverd, of als ze focus krijgen.

In dit geval is er niets op tegen om de eventlistener gewoon aan de hele pagina te koppelen. De kans dat iemand ergens buiten de links het scherm aanraakt of -klikt en dan binnen één seconde met de muis over de links hovert, is niet echt heel groot.

} else {

}: dit is de afsluitende } voor de code die bij de if van if (window.PointerEvent) { hoort.

else: dit script is alleen van belang op touchscreens. Alleen daar kunnen :hover en :focus problemen veroorzaken. Alle browsers die op een touchscreen kunnen draaien, ondersteunen Pointer events of Touch events. Logisch, want anders zouden ze gewoon helemaal niet werken op een touchscreen.

De voorwaarde bij de if hierboven was dat de browser Pointer events moest ondersteunen. Als dat niet zo is, ondersteunt de browser dus Touch events. (Of niet, maar dan gaat het om een browser uit het Stenen Tijdperk die niet op een touchscreen draait en maakt het allemaal niets uit.)

Kortom: elke browser die op een touchscreen draait, ondersteunt Pointer events, Touch events of allebei. Daarom kan hier else worden gebruikt, 'anders'. Als de browser Pointer events niet ondersteunt, voer dan de code achter deze else uit.

{: hier begint de code die bij de else hoort. Aan het eind van de code (hier is dat maar één regel) staat weer de afsluitende }.

document.addEventListener("touchstart", plaatsClass);

Dit deel van het script wordt alleen uitgevoerd, als aan deze eerder gestelde voorwaarde is voldaan:

– de browser mag Pointer events niet ondersteunen.

Het verhaal voor deze eventlistener is precies hetzelfde als dat bij document.addEventListener("touchstart", plaatsClass); alleen is de event hier touchstart, voor browsers die geen Pointer events ondersteunen. Op termijn is deze event (hopelijk) helemaal niet meer nodig.

document.addEventListener("mouseover", verwijderClass);

document: dit is een zogenaamd 'object'. Een object in JavaScript is iets, waarin onder andere allerlei gegevens zijn opgeslagen. In document is de hele pagina opgeslagen op een voor JavaScript toegankelijke manier. (Je hebt hele series objecten voor de wildste dingen, maar de meeste zijn hier verder niet van belang.)

Het voor JavaScript toegankelijke model van de pagina heet 'Document Object Model', afgekort tot 'DOM'. Dit wordt automatisch door de browser gemaakt, als de pagina wordt geladen. Door de regel te beginnen met document, weet het script waar de rest van de code op deze regel bij hoort: bij de hele pagina. (Je kunt ook code koppelen aan één specifieke <div>, of aan een <input>, of ...)

addEventListener: er wordt een zogenaamde 'eventlistener' gekoppeld aan het voor de punt staande document, aan de pagina.

Een eventlistener luistert naar een gebeurtenis. Die gebeurtenis, de 'event', kan van alles zijn: het indrukken van een toets, klikken, scrollen, de video is afgespeeld, van alles. Tussen de haakjes van addEventListener() staat, naar welke soort gebeurtenis moet worden geluisterd, en wat er moet gebeuren, als die gebeurtenis zich voordoet. Zeg maar 'n soort rampenplan: áls gebeurtenis is 'doodsmak', dán handeling 'bel 112'.

"mouseover": tussen aanhalingstekens, zodat het script weet dat dit een letterlijke naam is (dit is gewoon een van de taalkundige regels van JavaScript). Dit is de naam van de gebeurtenis, waarnaar wordt geluisterd, waarop wordt gewacht: 'mouseover'. Deze event wordt elke keer gegenereerd, als een element op de pagina wordt binnengegaan met de muis. Bijvoorbeeld als je van de ene <p> naar de andere <p> beweegt: je gaat de tweede <p> dan binnen.

Deze regel roept de functie aan, die het eigenlijke werk gaat doen.

verwijderClass: deze naam staat niet tussen aanhalingstekens, omdat het hier niet om een letterlijke naam of zo gaat. De naam verwijst naar een 'functie', iets wat moet gebeuren. Die functie staat iets hierboven bij function verwijderClass () { en verwijdert de class 'aanraking' bij het <html>-element, waardoor hoveren over of focus van de links met de afbeeldingen de afbeelding weer laat verschuiven.

(Probeer op dit moment vooral niet de logica van wel of geen aanhalingstekens te begrijpen. Het makkelijkste is om dat soort dingen maar gewoon te accepteren. Nederlands heeft ook zo z'n eigenaardigheden...)

;: aan het eind van elke regel staat een puntkomma. Daarmee geef je aan dat de regel is afgelopen. In een gewoon boek zou je hier een punt gebruiken, om aan te geven dat een nieuwe zin begint.

De hele regel nog eens in gewone mensentaal: als de muis 'n element op de pagina binnengaat, voer dan de functie 'verwijderClass' uit.

Je zou mogelijk op het idee kunnen komen de event mousemove te gebruiken, maar dat is hier geen goed idee. Elke keer als de muis dan ook maar één pixel wordt verplaatst, wordt een event gegenereerd. Dit levert een bombardement aan events op, wat hier geen enkel nut heeft.

De eventlistener wordt hier aan document gekoppeld: de hele pagina. Dat betekent dat de functie overal op de pagina, waar een element wordt binnengegaan, wordt aangeroepen. Je zou de eventlistener ook kunnen koppelen aan alleen de links met de thumbnails, maar dat is 'n stuk lastiger. Je moet dan eerst 'n lijst maken van alle links op de pagina, waarbij iets moet veranderen, als erover wordt gehoverd, of als ze focus krijgen.

In dit geval is er niets op tegen om de eventlistener gewoon aan de hele pagina te koppelen.

document.addEventListener("keydown", verwijderClass);

Het verhaal bij deze eventlistener is hetzelfde als iets hierboven bij document.addEventListener("mouseover", verwijderClass);. Alleen gaat het hier om de event keydown: als een toets is ingedrukt.

Sommige mensen gebruiken niet de muis, maar de Tab-toets om links, tekstvelden, knoppen, en dergelijke langs te gaan. Bijvoorbeeld vanwege een handicap, maar ook omdat dat soms veel sneller is. Als één van de links met 'n afbeelding focus krijgt, verschuift de afbeelding.

Als een toets is ingedrukt, is duidelijk niet het touchscreen aangeraakt of -geklikt, en mogen de afbeeldingen dus verschuiven.

Eigenlijk is alleen de Tab-toets hier van belang, want die wordt gebruikt om links af te lopen. Je kunt deze event ook alleen iets laten doen, als de Tab-toets is ingedrukt, maar dat is hier nodeloos ingewikkeld. Als er 'n toets is ingedrukt, is het touchscreen niet aangeraakt of -geklikt, en daar gaat het om. Desnoods heeft iemand in woede met een vuisthamer het toetsenbord in puin geslagen, maar dan nog is het touchscreen niet aangeraakt.

(Noot voor muggenzifters: ja, toegegeven. Als iemand in blinde woede met die vuisthamer het touchscreen aanraakt, is dat inderdaad 'n aanraking. Te vrezen valt echter dat het touchscreen daarna niet meer op vriendelijker aanrakingen reageert...)